Wat is het Rijksvaccinatieprogramma?

Marion Middendorp

3 jaar geleden

Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) bestaat uit 12 vaccinaties. Deze vaccinaties beschermen kinderen tegen de volgende infectieziektes: De bof; difterie; hepatitus B; hib ziekten (zoals hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en strotklepontsteking); HPV kanker; kinkhoest; mazelen; meningokokkenziekte; pneumokokkenziekte; polio; rode hond; tetanus.

Rijksvaccinatieprogramma is niet verplicht

Ouders zijn echter niet verplicht hun kind te laten vaccineren. Wel komt het steeds vaker voor dat kinderopvangorganisatie de eis stellen dat kinderen gevaccineerd zijn om toegelaten te kunnen worden. Mocht je er dus bewust voor kiezen om je kind(eren) niet te laten vaccineren, informeer dan bij de kinderopvang die je op het oog hebt, of dit een belemmering gaat worden.

Tijdstip van de inentingen

Het moment dat je kind wordt ingeënt, hangt af van vele factoren. Zoals de leeftijd waarop een ziekte een groot risico kan vormen, de beschikbaarheid van vaccins, en de organisatie en de financiering van de gezondheidszorg. De meeste inentingen worden gegeven vanaf de geboorte tot de 15e maand. Maar ook op latere leeftijd kan uw kind nog een oproep krijgen. Tegen sommige ziektes zijn meerdere vaccinaties nodig.

Kosten vaccinaties uit het RVP

Ouders betalen geen bijdrage voor de vaccinaties. De kosten voor het RVP worden betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Wie doet wat?

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is dus verantwoordelijk voor de uitvoering en de veiligheid van het RVP. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bepaalt welke vaccins worden opgenomen in het RVP op basis van het advies van de Gezondheidsraad. Namens de Rijksoverheid koopt de RIVM ook de vaccins in, via een openbare Europese aanbesteding. De vaccinaties worden gegeven op het consultatiebureau of door een arts.

Rijksvaccinatieprogramma

Inentingen zijn voor je kindje van groot belang. Niet alle kinderziekten zijn allemaal even ernstig maar als er geen inentingen zouden worden gegeven zou het kindersterfte ongetwijfeld een stuk hoger zijn.
De inentingen worden bijgehouden op een inentingenkaart en worden geregistreerd bij Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (DVP), deze zijn op regio ingedeeld. De oproepen worden gebaseerd op gegevens in het bevolkingsregister. De inentingen gebeuren op vrijwillige basis.

Tips

Plan een vaccinatie op een vrije dag, je kunt dan meegaan en vragen stellen. Daarna kan je kindje lekker bij jou thuis zijn.
Geef je kindje vóór de vaccinatie een voeding. Na de prik heeft hij misschien minder dorst of is hij slaperig.
Heeft je kindje bij eerdere prikken last gehad van hoge koorts of langdurig huilen? Overleg dan met de arts of je voor de volgende vaccinatie een paracetamol kunt geven (zetpil).

Laat je kindje alleen inenten als hij goed gezond is. Bel anders even om een nieuwe afspraak te maken.
Vertel het je kindje van te voren wat er gaat gebeuren. Misschien begrijpt hij je nog niet, het geeft hem wel een gevoel van vertrouwen.
Blijf bij je kindje tijdens de inenting en neem hem op schoot, lichaamscontact geeft vertrouwen.
Een washandje met koud water of een paar ijsklontjes kan de plek van de injectie een beetje verzachten.
Probeer je kindje een beetje van de pijn af te leiden.

Lees je in

Het laten vaccineren van je kind via het Rijksvaccinatieprogramma is dus een vrije keuze. Dat is overigens niet in alle landen het geval, want in sommige landen is vaccinatie verplicht. In Nederland echter (nog) niet. Dit betekent dat je een vrije keuze hebt en dat maakt het nóg belangrijker om je goed in te lezen over de werking en de mogelijke risico’s van vaccinaties, voor je een keuze maakt. Het beste kun je tijdens de zwangerschap je al verdiepen in deze materie, zodat je nog voor de geboorte, een weloverwogen keuze kunt maken. De eerste prik staat immers bij drie maanden al op de planning.