Onvoltooid verleden tijd – Afscheid van je baby, hoe ging dat vroeger?
Onvoltooid verleden tijd… Je bent in blijde verwachting, alles staat in het teken van jullie kindje dat onder jouw hart groeit. Je droomt over de toekomst; zal het een jongetje of een meisje zijn, op wie het zal lijken en wat voor een karakter zal het hebben? Je werkt met liefde aan de babykamer, aait zacht over het mooie beddengoed, daar zal jullie schat komen te slapen.
Hoopvol en bezorgd
Je bent hoopvol gestemd maar ook angstig en bezorgd of alles wel goed zal gaan. Je houdt al van dit kindje, vanaf het allereerste moment dat je wist dat je zwanger was. Samen bedenk je namen, samen praat je met familie en vrienden over het wonder dat jullie te wachten staat. Jouw handen liggen regelmatig op je buik. Samen bereid je je voor op de komst van je kindje.
Onvoltooid verleden tijd – Lege handen
En dan gaat het plots mis en stort je wereld in. Je baby overlijdt in de zwangerschap en wordt doodgeboren of sterft rondom de bevalling of in de dagen na de bevalling en al jouw dromen worden ruw kapot geslagen. Het verdriet is enorm en niet te bevatten. Je had dit nieuwe leven willen verwelkomen en nu moet je het alweer afgeven, voordat jij je kindje überhaupt leert kennen. Je had dit kind met liefde willen omringen, de beste verzorging willen geven en samen willen opvoeden tot een mooi mens. En nu sta je met lege handen, je kindje is geboren en gestorven tegelijkertijd. Jullie zijn ouders geworden van een baby van wie je tegelijkertijd afscheid moet nemen. De pijn waarmee dit gepaard gaat is ondragelijk en onmetelijk groot.
Tranen langs je wangen…
Je houdt het levenloze lichaampje in je armen, dicht tegen je aan. Je maag krimpt ineen, je adem blijft hangen in je keel. De tranen lopen langs je wangen en druppelen op het kleine gezichtje. Je bent intens verdrietig, maar ook diep vervuld van trots. Want wat is dat kleine mensje mooi…
Zachtjes streel je de piepkleine vingertjes en bewonder je die kleine perfecte nageltjes. Je aait over de zachte haartjes en glimlacht bij het zien van dat grappige wipneusje. De tranen houden even op met stromen bij het zien van zoveel moois, totdat je weer beseft dat je afscheid moet nemen. Afscheid nemen, van een deel van jezelf? Maar dat kan toch helemaal niet?
Ouders van toen
Helaas zijn er ouders van overleden kindjes die nooit de kans hebben gehad om een afscheid te regelen voor hun baby, zelfs niet de kans kregen om afscheid te nemen. Sterker nog; die zelfs nooit hun kindje hebben gezien na de geboorte! Niet eens weten waar het begraven ligt! Die ouders van toen bleven radeloos achter, overmand door intens verdriet en pijnlijk gemis. Rouwrituelen waren er simpelweg niet. Je baby werd meteen van je afgenomen en dat was het dan. Erger kun je je haast niet voorstellen. Volstrekt tegendraads en onnatuurlijk.
Tot midden jaren tachtig van de twintigste eeuw ging men ervan uit dat je geen emotionele band kon hebben met een kind dat je nooit had gekend.
De opvatting destijds was: wat je nooit gekend hebt, kun je ook niet missen. Dat het tegendeel waar was, werd bewezen door het grote verdriet van de ouders. Voor deze ouders blijft het verlies van hun baby voor altijd: Onvoltooid verleden tijd.
Dierenwereld
Zelfs in de dierenwereld, zie je bij sociale dieren met een hoge intelligentie dat er sprake is van rituelen die horen bij dood en afscheid. Doodgeboren jongen worden besnuffeld en soms helemaal schoon gelikt. De gorillamoeder vertoont onrustig gedrag en schudt haar dode jong heen en weer, alsof ze er weer leven in wil blazen. Wanneer er bij de olifanten een doodgeboren jong gebaard wordt dan zal de moeder met haar slurf, zachte duwtjes blijven geven tegen het levenloze kleintje aan, om het te bewegen om overeind te komen. Hier kan ze uren mee doorgaan.
Wanneer het uiteindelijk doordringt dat het jong nooit overeind zal komen, zal de hele olifantenfamilie steun geven aan de moeder door dicht tegen haar aan te komen staan. Vaak in stilte samen, maar ook dreunende weengeluiden zijn bekend. Gezamenlijk blijven ze dagenlang rond het lijk hangen. Er wordt zelfs geprobeerd het jong op te tillen en te begraven.
Moeder zonder bewijs
In deze tijd nauwelijks voor te stellen, dat je eigen vlees en bloed zonder pardon bij je weg wordt gehaald. Zij waren moeder geworden zonder het bewijs daarvan te mogen zien. Het verdriet van deze ouders is extra groot door alle onbeantwoorde vragen. Hoe zag onze baby eruit, op wie leek het, hoe klein was het, had het al veel haartjes, zat alles erop en eraan? Talloze vragen heb je als je kindje dood wordt geboren en meteen wordt afgevoerd. Op niet één vraag hebben zij ooit het antwoord gekregen. Het gemis van de aanblik van je kindje doet vreselijk pijn.
Meteen na de bevalling kwam je, net als iedere pas bevallen moeder op de kraamafdeling te liggen. Daar lagen gelukkige moeders met hun pasgeboren baby en daar lag jij tussen met je grote verdriet, in al je eenzaamheid. Jij was in de rouw en zij vierden feest. Zo snel mogelijk werd je ontslagen uit het ziekenhuis en mocht je naar huis. Je baby was in het ziekenhuis achter gebleven want zij zouden er verder voor zorgen. Wat betekende dat ze zorg droegen voor het begraven of het cremeren van je kindje. Verdere informatie werd niet verstrekt.
Doofpot
Voor de buitenwereld was je dezelfde vrouw gebleven. Je was alleen niet meer zwanger. Er werd van je verwacht dat je gewoon door ging met leven zoals je voorheen ook deed. In de overgang van zwangere vrouw, terug naar de vrouw die je voorheen was, werd het allerbelangrijkste genegeerd!
Jij was ondertussen wel moeder geworden!
Je had een bevalling gehad, een kind gebaard en de hormonen vlogen door je lijf. Niet alleen je buik was leeg, ook het bedje was leeg, je handen waren leeg en je hart was hol. Je man was vader geworden en aan dat feit werd nog minder aandacht besteed. Voor de buitenwereld rustte er een taboesfeer op het baren van een doodgeboren baby. Er werd amper over gepraat. Het hele onderwerp werd doodgezwegen. Verder dan: ‘volgende keer beter’, kwam men niet. Als je geluk had dan kreeg je wat steun van de familie maar de algemene stelling was, dat je het maar snel moest vergeten.
Intens verdriet
Alle spulletjes die je zo liefdevol voor je kindje had aangeschaft of zelf had gemaakt werden dan ook meteen opgeruimd. Het gebeurde regelmatig dat familieleden dit al deden terwijl jij nog in het ziekenhuis lag. Bij thuiskomst kreeg je dan opnieuw een dreun, alles wat jij met liefde had klaargezet was al opgeruimd! Het enige wat jou nog herinnerde aan je kindje en aan je zwangerschap was verdwenen. Hoe goed bedoeld ook, het voelde alsof er een pot zout werd omgekeerd in de verse open wond. Alsof je hele zwangerschap werd weggemoffeld, samen met je kindje.
Omringd door alle babyspullen had je kunnen toegeven aan de pijn in je binnenste. Had je kunnen rouwen, kunnen huilen of schreeuwen van verdriet. Maar het laatste bewijs van je moederschap was nu ook weg. In die tijd werd er alles aan gedaan om het hele gebeuren maar zo snel mogelijk achter je te laten en verder te gaan met leven. Op naar de volgende zwangerschap! Natuurlijk deelde je dit verdriet met je man, maar in de regel moest hij voor de kost zorgen en had dus meer afleiding dan jij. Hoe jij dit verdriet beleefde, het een plaatsje gaf in je leven, was iets wat je helemaal zelf moest doen.
Opvatting van vroeger
Perinatale sterfte (baby sterft voor, tijdens, of vlak na de geboorte) werd tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw in wetenschappelijke literatuur afgedaan als een ‘non event’, een gebeurtenis waar je niet bij stil moest blijven staan. Er waren voor medici geen protocollen, geen richtlijnen waarin stond hoe je de ouders moest begeleiden. Er was maar één regel; belast de ouders niet met hun dode kindje. Dit kwam overigens zéér zeker niet voort uit hardvochtigheid. Maar uit een oprecht geloof dat zij juist handelden als ze er weinig tot geen aandacht aan schonken.
De ouders moesten het maar gauw allemaal vergeten en zich richten op een volgende zwangerschap. Men ging er automatisch vanuit dat er geen emotionele band bestond tussen ouders en een pasgeborene, die band werd pas opgebouwd vanaf de geboorte. Dus kon er geen sprake zijn van groot verdriet bij een doodgeboren kindje, laat staan bij een miskraam. Zelfs al had je kindje kort geleefd dan nog was de tijd onvoldoende om een band op te bouwen.
Geest van de tijd
Vroeger ging men ervan uit dat het zien, of het in de armen nemen van een dood kind iets vreselijks voor de ouders moest zijn. Iets wat je ze besparen moest, iets wat ze niet zouden kunnen verwerken. Het zien van je dode kindje zou het verdriet versterken, ouders zouden er nooit meer bovenop komen. Stel dat ze zich gingen hechten aan een dood kind! Men stelde zich daar afschrikwekkende taferelen bij voor.
Van de gynaecoloog werd verwacht dat hij ervoor zou zorgen dat de ouders het kind niet te zien zouden krijgen. Vandaar dat men meteen een laken over de baby deed en het kind zo snel mogelijk meenam als het doodgeboren was of kort daarna stierf. Ouders in die tijd hadden heel erg veel verdriet maar wisten niet beter. Zij gingen mee in de geest van de tijd, namen aan dat de ‘heren doktoren’ het wel beter zouden weten.
Ongunstige zin
Tegenwoordig weet men beter. Juist als ouders hun kindje niet gezien hebben, blijkt dat de verwerking in ongunstige zin te beïnvloeden. Dat geldt ook voor de echoscopie als duidelijk is dat het kind niet meer leeft. Ook dan is het beter de ouders de gelegenheid te geven mee te kijken, in plaats van het beeldscherm weg te draaien.
Monumenten
De laatste jaren worden er in heel Nederland steeds meer monumenten gebouwd voor overleden kinderen. Dit om tegemoet te komen aan het verdriet van ouders die hun kindje hebben verloren in de tijd dat het nog niet gebruikelijk was om een begrafenis of crematie zelf te regelen. Doodgeboren kindjes of kindjes die na de bevalling overleden, werden op het kerkhof anoniem begraven, soms met meerdere tegelijk. Als je geluk had dan kreeg je een nummer en kon je ongeveer weten waar je kindje lag. In het geval van crematie werd de as uitgestrooid ergens op het terrein van het crematorium. Als ouders wist je dus in de regel niet waar je kindje lag begraven, of waar de as was uitgestrooid.
Herdenkingsplek
Tegenwoordig komen er steeds meer herdenkingsplekken voor kindjes die overleden zijn in de zwangerschapstermijn van vóór de 24 weken. Deze kindjes blijven in de regel achter in het ziekenhuis en worden met meerdere tegelijk gecremeerd. Vroeger was dit niet anders alleen werden ze dan tegelijk begraven (crematie was voor 1955 nog geen optie). Alleen hadden die ouders geen afscheid mogen nemen van hun kindje. Sommige begraafplaatsen hebben nu een gedenkboom geplaatst. Daar hangen ouders symbolische blaadjes in waarop de naam en de datum van hun overleden kind staat. Een vlinderboom is ook een dergelijk initiatief, de naam van het kindje prijkt dan op een mooi versierde vlinder. Voor ouders van nu, maar zeker voor de ouders van toen, helpt dit bij de verwerking van hun verdriet.
Eind vorige eeuw
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw werd er steeds meer aandacht besteed aan het verdriet van de ouders en hoe daar mee om te gaan. NVOG, de Nederlandse Vereniging Obstetrie en Gynaecologie, maakte hier destijds melding van:
“Piëteitsvolle omgang met perinatale sterfte, ook bij verlies kind voor 24 weken, staat voorop”. Snel daarna kwam er een officieel en uitgebreid protocol met gedragsregels voor betrokken medici waarin sterk naar voren komt dat afscheid en rouwverwerking uiterst belangrijk is. Toch heeft het nog tot het begin van deze eeuw geduurd voordat ouders konden zeggen:
Mijn kind heeft een waardig afscheid gehad, op de manier die wij als ouders graag wilden. In al ons verdriet hebben wij waardevolle herinneringen over gehouden aan die korte tijd van afscheid nemen.
Rooms-katholieke kerk – Ongedoopte baby’s hoorden er vroeger niet bij
Vanuit de rooms-katholieke kerk moesten baby’s gedoopt worden om in de hemel te komen. Het bevel om kinderen te dopen begon in de tweede en derde eeuw voet aan de grond te krijgen. Daarvoor was het niet aan de orde voor zuigelingen(!) Het was noodzaak om je baby zo snel mogelijk te laten dopen want destijds waren kindjes uiterst kwetsbaar door de slechte leefomstandigheden.
Volgens de kerk waren deze kindjes belast met de erfzonde en de poort van de hemel ging alleen open voor diegene die het doopsel hadden ontvangen. Werd je baby doodgeboren dan kwam het niet in de hemel maar bleef het eeuwig in het ‘voorportaal’ rond dolen en zou het God nooit mogen aanschouwen. Het voorportaal, ook wel het ‘voorgeborchte’ genoemd was het gebied tussen de hemel en de hel in. Dit was een schrikbeeld voor ouders, wat ten kostte van alles voorkomen moest worden. Tevens mochten deze kindjes dan niet op gewijde grond bij de kerk begraven worden. Wanhopige ouders begroeven hun kind soms stiekem tegen de rand van de kerk aan, onder de afvoer. In de hoop dat het water van de afvoer als doopsel dienst zou doen.
Extra gestraft
Rooms-katholieke ouders met een ongedoopt, doodgeboren kindje werden in principe extra gestraft; hun kindje werd niet erkend want er was geen grafje voor ze op de begraafplaats, zelfs geen tegeltje, helemaal niets. Het kleine onschuldige baby’tje werd samen met zijn ouders gestraft voor iets waar ze geen invloed op konden uitoefenen. Wanneer je baby stierf, kort na de geboorte en het had de doop wèl mogen ontvangen, dan kreeg het een uitvaart.
Het werd een ‘engeltje’ in de hemel. Zo niet, dan bestond je kindje niet voor de kerk en belandde het in de taboesfeer. Een laatste, mooie rustplaats op heilige grond werd hen niet eens gegund. Vaak werden ze in de buurt van het kerkhof begraven zonder dat de ouders wisten op welke plek. Meestal was dat een hoekje achter een heg, of in de struiken tussen andere graven. Ook hier kwam pas in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw verandering in!
Rikie (56 jaar) de mama van Cindy vertelt
1978, de geboorte van Cindy
In mijn zwangerschap werd er eiwit in de urine geconstateerd en daar werd niet adequaat genoeg op gereageerd door een vervangende vroedvrouw, zodoende kreeg ik een ernstige zwangerschapsvergiftiging. Met zeven maanden kreeg ik weeën en werd ik door mijn eigen vroedvrouw doorgestuurd naar het ziekenhuis. Daar kon men geen harttonen horen. De weeën werden verder opgewekt en om drie uur werd ons kindje doodgeboren.
Ze hielden er een doek voor zodat we niets konden zien, ik wist niet eens of het een jongen of een meisje was. Mijn man zag kans om wel even over de doek te kijken en dacht dat het een meisje was. Onze Cindy werd meteen meegenomen en ik mocht terug naar de kamer. Daar kregen we te horen dat ziekenhuis het verder af zou handelen en de begrafenis zou regelen. En dat was het dan. Door verdriet denk je niet na en je weet ook helemaal niet hoe je moet handelen.
Nu zou je dit weigeren en eerst je kindje willen zien, tegenwoordig is het gelukkig anders geregeld.
Begraven bij de heg
Na zes weken kregen we pas te horen dat het daadwerkelijk een meisje was, dat overleden was in mijn buik door een zwangerschapsvergiftiging. Bij de bevalling was ze al een week dood. Cindy was verder wel gezond en woog maar 750 gram. We wisten helemaal niet waar ze begraven lag, mijn man heeft destijds op het kerkhof gezocht naar de plaats waar pas gegraven was. Dit was bij de heg in ongewijde grond. Hij heeft in de heg een bloem gestoken. We zijn ook samen nog wezen kijken, een paar keer zelfs maar het was te pijnlijk om daar bij die heg te staan. We hebben samen Cindy een plekje in ons hart gegeven en konden gelukkig goed erover praten.
Buitenwereld
De buitenwereld reageerde op twee manieren; mensen draaiden hun hoofd weg als ze mij zagen, liepen snel de andere kant op. Maar de meesten mensen wisten niet meer te zeggen dan: “och, je bent nog zo jong, er komen nog wel meer kinderen”. Maar ik had verdriet om Cindy en was helemaal niet bezig met een volgende zwangerschap. Ik ben zelfs een keer heel kwaad geworden in een winkel waar de verkoopster wederom kwam met het verhaal, dat ik nog jong genoeg was voor meer kinderen. Die winkel heb ik nog heel lang gemeden daarna. Gelukkig had ik meer steun aan mijn familie en aan mijn man.
Herbegrafenis
In 2004 werd de begraafplaats heringericht en zouden de kindjes die in ongewijde grond lagen, opgegraven worden en ergens anders worden neergelegd. Samen met een andere moeder heb ik dit aangekaart bij de gemeente. Wij waren het hier niet mee eens. We hebben lange tijd geijverd voor een herdenkingsmonument, waar alle getroffenen zich kunnen bezinnen en hun “ongedoopte overleden kind” zouden kunnen herdenken.
Zodoende kregen vijfenveertig kindjes, waaronder onze Cindy, in een prachtige, wit met blauwe kist een officiële herbegrafenis. Wij als ouders kregen een herdenkingskruisje en daarna is er een klein monument op die plek geplaatst. Helaas heeft mijn man dit niet meer mogen meemaken. Gelukkig stond ik daar met mijn andere kinderen en overige familie. Sindsdien heeft Cindy eindelijk een mooie, laatste rustplaats en ik een herinneringsplek om naartoe te gaan.
Saskia (47 jaar) de moeder van Bas vertelt
1997
Het leek een normale zwangerschap, alles ging voorspoedig totdat we in een regelrechte nachtmerrie belandden. Ik was een aantal maanden zwanger en moest naar het ziekenhuis voor controle en een echo. We hadden onze twee dochters meegenomen zodat ze het baby’tje konden zien in mijn buik. Degene die de echo maakte was vrij lang bezig en erg stil. Op een gegeven moment vroeg zij of wij weleens van een navelbreuk hadden gehoord. Daar hadden we weleens van gehoord. Iets dat met een kleine ingreep kon worden opgelost, dachten wij.
Omphalocèle
De diagnose “Omphalocèle” werd gesteld. De baby had een open buik. De ingewanden lagen buiten het buikje in een vlies. De dokter zei dat de afwijking heel ernstig was. De kans was heel groot dat de baby tijdens de bevalling zou overlijden. En al zou de baby het overleven, dan zou een ziekenhuis opname van ten minste zes maanden nodig zijn. Er zouden meerdere operaties moeten plaatsvinden en er was een hoog risico op verhospitaliseren. De baby zou teveel aan het ziekenhuis wennen en zodoende geen band met de ouders kunnen opbouwen. Er werd duidelijk gezegd: “besef dat je nog twee kinderen hebt”.
Vreselijk dilemma
En dan val je in een diepe put. Want je krijgt te horen dat je een beslissing moet gaan nemen. Doorgaan met de zwangerschap of het afbreken van de zwangerschap? Een dergelijke beslissing nemen, dat is toch een onmenselijke opgave? Een vreselijke week volgde. Huilend opstaan en dan voor de kinderen zorgen en weer huilend naar bed gaan. En jezelf afvragen welke beslissing je moet nemen. En alles ging gewoon door, we hebben zelfs nog een kinderfeestje gehouden in die week. Op school kwam een moeder naar me toe, die zei; “ zie ik het goed, ben je zwanger?”
Wij hebben toen uiteindelijk de beslissing genomen om de baby geboren te laten worden. Wij vonden dat hij of zij, geen menswaardig bestaan stond te wachten. Het feit dat zo’n klein baby’tje al zoveel pijn en verdriet moest ondergaan, konden wij niet verdragen. De beslissing hield echter ook in dat de baby met 21 weken geboren zou worden, dus niet levensvatbaar zou zijn. Het feit dat de artsen achter onze beslissing stonden was een schrale troost.
Basje
Ik werd ’s ochtends ingeleid en zou geen pijn hoeven te lijden. ’s Middags werd de pijn van het opwekken van de weeën onhoudbaar en kreeg ik een ruggenprik. Daarna werd ik doodziek, ik braakte aan een stuk door. Injecties tegen de misselijkheid hielpen niet. Aan het begin van de avond werd besloten om de volgende dag verder te gaan. Maar midden in de nacht braken de vliezen en werd Basje geboren, hij woog 360 gram. In eerste instantie was ik enorm bang om te kijken, bij zo’n akelige diagnose verwacht je een heel raar beeld. Maar Basje was heel mooi. Met alles erop en eraan maar ook met een enorme bal op zijn buikje. Heel klein, haast doorschijnend nog en toch had hij al kenmerken van zijn zusjes, toen zij werden geboren.
Hij werd meegenomen en daarna brachten de verpleegkundigen Basje bij ons, in een rieten mandje met witte doeken. Van gips hadden zij een voetafdrukje gemaakt. We hebben toen afscheid van hem genomen en zelf foto’s gemaakt. Wij waren niet bekend met het overlijden van je kindje bij een vroeggeboorte. We wisten überhaupt niet dat er eventuele mogelijkheden waren, wat betreft het afscheid. We spraken af dat er autopsie (obductie) gepleegd zou worden en dat het ziekenhuis voor de crematie zorg zou dragen. De verpleegkundigen van de verloskamers waren erg goed voor ons. Eén is zelfs gebleven om mij te begeleiden, zij was een enorme troost.
Verdriet
Ik werd op een eenpersoonskamer gelegd om te rusten en mijn man ging naar huis. Ik heb maar een paar uurtjes geslapen en toen ik wakker werd heb ik niemand van de verpleging gezien. Veel later kwam een gynaecoloog met de mededeling dat we de juiste beslissing hadden genomen. Er werd me gevraagd of ik Basje nog wilde zien. Dat heb ik niet gedaan, we hadden al afscheid van hem genomen en ik kon het niet verdragen om naar zijn koude lijfje te kijken. Gelukkig kwamen toen mijn man en mijn zussen. Ik kreeg van één van mijn zussen een gouden hartje aan een kettinkje. Dat kettinkje draag ik nog steeds. Op die manier is Basje altijd een beetje bij me.
En dan ga je naar huis met een paar slaappillen en medicatie om de stuwing tegen te gaan. En de afspraak is dat ze je vanuit het ziekenhuis bellen na een aantal weken. Het hele huis stond vol met kaarten en bloemen, het medeleven van iedereen doet je erg goed. Maar het verdriet is vreselijk. En iedere dag denk je; hoeveel dagen zou ik nu zwanger zijn geweest? De uitgerekende datum was een rotdag.
Behoed voor een te zwaar bestaan
Daarna ben ik, na een hele zware zwangerschap en een zware bevalling toch nog moeder geworden van een zoon. Zijn tweede naam is Sebastiaan, vernoemd naar zijn broertje. Nu denk ik nog steeds vaak aan Basje en het hele gebeuren rondom zijn geboorte en overlijden. De gipsen afdruk van zijn voetje hangt in de huiskamer, hij hoort er nog steeds bij. Met de kinderen praten we er ook gewoon over. In deze tijd zou het toch heel anders zijn geweest als je zoiets meemaakt. Voor mijn gevoel sta ik nog steeds achter de beslissing die we genomen hebben. Wij hebben Bas behoed voor een te zwaar bestaan. Alleen zou ik mijn kindje niet meer achterlaten in het ziekenhuis. Daar voel ik me eigenlijk wel schuldig over. Er zijn zoveel andere manieren van afscheid nemen. Maar op zo’n moment is je hoofd een warboel.
Amper nazorg
Wat ik gemist heb is goede nazorg. Ik kwam nog wel in aanmerking voor kraamzorg, maar wat moet je daar mee? Een lijst van boeken heb ik nog wel gehad, maar daar heb ik niets mee gedaan. Graag was ik met andere ouders in contact gekomen die hetzelfde hadden doorgemaakt. Ik ben blij dat er nu veel meer hulp is voor ouders die een kindje hebben verloren. Ook dat het geaccepteerd wordt dat het kindje altijd een deel van jezelf blijft.
De O&G (Obstetrie en Gynaecologie) verpleegkundige (41 jaar) aan het woord
Ik begon met werken op de kraamafdeling begin jaren negentig van de vorige eeuw. Ik heb het zelf gelukkig nooit meegemaakt dat kindjes meteen bij de ouders werden weggehaald als ze doodgeboren werden. Er is wel veel veranderd in de loop van de jaren. In mijn beginjaren werd er tijdens de bevalling, als de ouders dit wensten, een laken over de benen heen gelegd zodat zij het kindje niet geboren zagen worden. Veel ouders vonden het na de bevalling ook eng om naar hun dode kindje te kijken. Wij namen het kindje dan apart en vertelde de ouders hoe het er uitzag. Meestal wilden ze het dan alsnog zien. De angst om te kijken was vaak groter dan de werkelijke aanblik.
Ook toen volgden wij de juiste regels en boden wij passende zorg, geldend voor die tijd. Kindjes werden in die tijd niet zo snel mee naar huis genomen. De mogelijkheid was er wel maar er werd minder gebruik van gemaakt. Er werden wel foto’s gemaakt door het ziekenhuis. Die kregen de ouders wanneer ze na ongeveer twee weken terugkwamen voor een nagesprek.
Helaas ken ik ook de verhalen van patiënten, die voor mijn tijd een doodgeboren kindje ter wereld brachten en waarbij de omstandigheden schrijnend waren. Je hoort die verhalen wanneer deze dames toevallig verblijven op de afdeling gynaecologie. Ze vertellen dan over het verborgen verdriet van wat hen vroeger is overkomen.
Protocol
Tegenwoordig werken wij al jarenlang volgens protocol. Hierin staan alle afspraken rondom het overlijden van een baby en de gedragsregels die gelden. Maar ook alle onderzoeken om de eventuele doodsoorzaak vast te kunnen stellen. Er zijn verschillende aspecten die een rol spelen bij de begeleiding van de ouders, zoals de naamgeving, het nemen van een voetafdrukje en/of een haarlokje, indien dit mogelijk is. Ook de betrokkenheid van de ouders bij de verzorging van hun kindje speelt een rol. Daarnaast zijn er ook afwegingen die gemaakt moeten worden en waarin wij begeleiding bieden:
- Wel of niet dopen
- Zelf foto’s maken en/of laten maken
- Begraven of cremeren (vanaf 24 weken zwangerschap)
- De mogelijkheden bespreken bij een zwangerschapstermijn onder de 24 weken
Het is altijd triest als een baby dood wordt geboren of sterft rondom de bevalling, daarom geven we dan ook de best mogelijke begeleiding aan de nabestaanden. Tevens praten we er zelf als collega’s onderling over en is het belangrijk dat de casus (na)besproken wordt met de betrokken medici. Er is veel aandacht voor dit onderwerp, collega’s schrijven scripties hierover of geven presentaties. Er zijn ook veel artikelen geschreven voor verpleegkundigen op dit gebied.
Rouwverwerking
Wat betreft rouwverwerking vind ik het persoonlijk heel belangrijk dat de ouders zoveel mogelijk “herinneringen creëren” van hun kindje. Je benoemt bijvoorbeeld een specifiek, lichamelijk kenmerk dat jou opvalt, zoals een krom teentje. Als dan blijkt dat vader dit ook heeft dan leg je dit vast op de foto. Je hebt maar kort de tijd tot het officiële afscheid en alles wat je nu kunt vastleggen is een herinnering voor later. Ik stimuleer de ouders dan ook om het kindje aan te raken, vast te houden en bij de naam te noemen. Vandaar dat ik er ook groot voorstander van ben om het kindje thuis op te baren en familie en vrienden erbij te betrekken, zodat ook zij het kindje leren kennen.
Anno nu
In de afgelopen dertig jaar is er veel verbeterd wat betreft de rouwbegeleiding bij perinatale sterfte. Ouders krijgen alle tijd om van hun baby afscheid te nemen en alle ruimte om het afscheid op eigen wijze in te vullen. Dit komt de rouwverwerking ten goede. De tijd is beperkt en je kunt het nooit meer overdoen. De ouders die geen afscheid mochten nemen zouden er alles voor over hebben om het over te doen. Om de kans te krijgen hun kind een waardig afscheid te geven. Zij zullen altijd met schrijnend hart blijven terugdenken aan de abruptheid waarmee hun baby werd weggehaald en aan het ontberen van een fatsoenlijk afscheid. Voor de rest van hun leven: onvoltooid verleden tijd.
Meer informatie
Afbreking van de zwangerschap, wat komt daar bij kijken?
Omgaan met een miskraam. Hoe doe je dat?
Het laatste moment. Hoe beleef je deze zo intens mogelijk?
Het verdriet van Ineke. Zij mocht haar dode baby niet zien
Het traumatische afscheid van Chantal
Bronvermelding
Tekst: Janine Jongsma-Te Marvelde
Stockfoto: 123rf.com