In 2021 kwam een dierbaar familielid te overlijden. Tijdens het op- en ontruimen van zijn woning, vond ik een soort van dagboek van zijn vader. De overledene was in 1944 zelf nog maar een dreumes. Zijn vader woonde destijds in Amsterdam en beschreef (in briefvorm) zijn leven, gedurende de laatste maanden van de oorlog (hongerwinter 1944/1945).
Hongerwinter
Het dagboek geeft een eerlijke kijk in het leven van een jong gezin tijdens de hongerwinter, de laatste maanden van de oorlog. Zijn woorden schetsen een historisch beeld, juist omdat het geen bedachte woorden zijn uit een geschiedenisboek, maar ware momenten beschrijven uit een doorsnee jong gezinsleven. Het lezen over het leven van dit gezin tijdens de hongerwinter, maakte op mij diepe indruk en daarom wil ik het graag met jullie delen. Het is te groot om in één geheel te plaatsen, dus de komende tijd zal ik nieuwe pagina’s toevoegen. Om de authenticiteit zoveel mogelijk te behouden, heb ik de tekst volledig overgenomen, dus inclusief de gebruikte spelling in die tijd.
Om de privacy te waarborgen heb ik de namen gewijzigd.
Reeds geplaatst: (1) november 1944 | (2) december 1944 | (3) 1945 week 1 & 2 | (4) 1945 week 3 & 4 | (5) 1945 28 januari / 7 februari | (6) 1945 8 /14 februari | (7) 1945 15 februari
Vrijdag 16 februari
Vanmorgen om half acht opgestaan. Frans en Truusje hebben zich inmiddels zelf aangekleed terwijl ik voor hun ontbijt en het mijne heb gezorgd. Truusje voelde zich wel niet zoo heel best, maar wilde toch maar liever uit bed. Na het ontbijt heb ik Frans zijn overkleeding aangetrokken en weer de fiets van dr. B. geleend en ben met hem naar het Herv. Weeshuis in de Volkerakstraat gereden waar ik hem om 10 uur heb afgeleverd. Hij keek maar sip toen ik verdween, maar ik heb hem beloofd, dat ik hem Zondag kom bezoeken en dan een koek voor hem medebreng. Zoo dus daarop verheugd hij zich nu. Bonnen heb ik niet voor hem af te geven en hij draagt zijn eigen kleeren. Hij krijgt eten volop met echte jus en vleesch, en meer brood dan thuis en des avonds pap. Hij zal er van opknappen. Enkel des Zondags mag hij worden bezocht, van 3-4 uur.
Bureau Bevolking
Vandaar naar het bureau Bevolking om de kleine Johannus aan te geven. Dat is niet zoo’n eenvoudige zaak als te Vlissingen. Er schijnen hier wel wat meer te worden geboren, tenminste wij stonden in een lange rij. Ik was er om half elf en was om drie uur weer thuis, met de stamkaart. Truusje was thuis gebleven, zij had inmiddels haar huiswerk gemaakt en had nog een poosje gelezen. Zij zat voor het raam toen ik aankwam. Zij had intusschen gegeten bij familie B., waar ik voor ik wegging haar pap had afgegeven.
Ze zag er weer best uit
Zelf heb ik in de stad gegeten, in Die Port von Cleve. Daarna ben ik hout gaan zagen en hakken weer eten gaan koken voor Truusje en mij. Om zes uur heb ik haar naar familie B. gebracht en ben ik naar Toos gegaan. Zij lag nu op de zaal. Keurig netjes met zijn zevenen, dus geen groote zalen. Zij zag er weer best uit en ik heb haar mijn verslag van den dag uitgebracht. Zij heeft het er best van de kost. Des morgens 4 boterhammen dun gesmeerd met vleesch, een kop koffie, des middags groote portie aardappels, groenten, echte jus en vleesch, met soep voor of vla na en een glas melk. Des avonds weer vier boterhammen of pap, kopje thee en nog een glas melk en alles zonder bon. De thuis achtergeblevenen, hebben nu ook een hapje extra en dat komt ons goed van pas.
Acht uur weer thuis. Truusje van familie B. afgehaald, zij heeft koorts gekregen en ik stop haar nu maar gauw in bed (zij slaapt bij mij ) en ga ook zelf ter ruste want het is morgen om 8 uur broodverkoop, dus ik moet vroeg in de rij anders hebben wij niets.
“Ware woorden uit de hongerwinter, Amsterdam 1944-1945” wordt vervolgd
<< vorig deel | >> volgend deel
Meer informatie
Het volledige dagboek “Hongerwinter in Amsterdam”
Bronvermelding
Tekst: Uit het dagboek van Gerard Bergsma
Stockfoto: 123rf.com