Exclusief: Ware woorden uit de hongerwinter, Amsterdam (1944-1945) – Deel 13
In 2021 kwam een dierbaar familielid te overlijden. Tijdens het op- en ontruimen van zijn woning, vond ik een soort van dagboek van zijn vader. De overledene was in 1944 zelf nog maar een dreumes. Zijn vader woonde destijds in Amsterdam en beschreef (in briefvorm) zijn leven, gedurende de laatste maanden van de oorlog (hongerwinter 1944/1945).
Hongerwinter
Het dagboek geeft een eerlijke kijk in het leven van een jong gezin tijdens de hongerwinter, de laatste maanden van de oorlog. Zijn woorden schetsen een historisch beeld, juist omdat het geen bedachte woorden zijn uit een geschiedenisboek, maar ware momenten beschrijven uit een doorsnee jong gezinsleven. Het lezen over het leven van dit gezin tijdens de hongerwinter, maakte op mij diepe indruk en daarom wil ik het graag met jullie delen. Het is te groot om in één geheel te plaatsen, dus de komende tijd zal ik nieuwe pagina’s toevoegen. Om de authenticiteit zoveel mogelijk te behouden, heb ik de tekst volledig overgenomen, dus inclusief de gebruikte spelling in die tijd.
Om de privacy te waarborgen heb ik de namen gewijzigd.
Reeds geplaatst: (1) november 1944 | (2) december 1944 | (3) 1945 week 1 & 2 | (4) 1945 week 3 & 4 | (5) 1945 28 januari / 7 februari | (6) 1945 8 /14 februari | (7) 1945 15 februari | (8) 1945 16 februari | (9) 1945 17 & 18 februari | (10) 1945 19 t/m 21 februari | (11) 1945 22 t/m 24 februari | (12) 1945 25 t/m 28 februari
Donderdag 1 maart 1945
Vanmiddag met Truusje naar de keuring. Was zoo gebeurd. Goedgekeurd, ze kan weg. Nu weten wij niet wanneer het transport vertrekt en krijgen hierover nog bericht.
Vrijdag 2 maart 1945
Truusje en Frans bij Ds. Dekker op visite geweest. Truusje wist er de weg naar toe, natuurlijk weer al lang alleen te vinden. Zij waren uitgenodigd. Ze hebben er vanmiddag heerlijk gegeten en ik ben ze om 5 uur gaan halen. Ze hadden genoten hoor en Geertje niet minder, nu hij zijn zusje en broertje weer een heele dag bij zich had gehad. Toch huilde hij niet toen wij weggingen. Met mevrouw F. afgesproken, dat zij de kleine a.s. Zondag ten doop mag dragen. Wij vonden dat niemand er meer recht op heeft, dan zij. Was daarmede zeer vereerd en heeft hem thans een dooppak cadeau gedaan. Toos heeft nog vlug een cape in elkaar gezet, met wol afgezet, zoodat hij er nog leuk zal komen uit te zien. Verder geen bijzonderheden.
Zaterdag 3 maart 1945
Hedenmiddag naar de Princessekerk in de van Hallstraat om de kleine Johannus te gaan aangeven. Daar door koster en ouderling ontvangen, op een soort uitbundige wijze. De princessekerk is n.l. gemeubileerd met de preekstoel en banken uit de voormalige Oudezijds-Kapel, welke inmiddels is afgebroken.
In deze oudezijds-kapel nu, placht Admiraal de Ruyter ter kerke te gaan. De bank waarin, en de plaats waarop hij steeds zat, zijn nauwkeurig bekend gebleven. Er hangt een foto van hem op die plaats en een koperen plaat erboven, waarop staat: “Op deze plaats placht Admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter te zitten bij zijn kerkbezoek”. Heele verhalen heb ik moeten aanhooren en ik werd uitgenodigd eens een kerkdienst bij te wonen waarbij ik dan door de koster persoonlijk op die plaats zou worden neergepoot. Ik hoop t.z.t. hiervan toch eens gebruik te maken.
Deze kerk staat vlak voor het huis van oom Koos. Daar wij er nog steeds niet waren geweest, (wij hadden hem al eens geschreven dat wij kwamen, maar toen schreef hij ons af, dat hij ons niet kon ontvangen) dacht ik nu loop ik er tegelijk even aan. Hij was echter niet thuis. Heb een briefje in zijn bus gelegd, waarin ik hem op de hoogte bracht van de geboorte van Hans en van de doop morgenochtend, hem uitnoodigende hierbij als hij lust had ook te komen hooren. Na afloop der dienst kwamen wij U even bezoeken, schreef ik hem. Verder geen bijzonderheden.
Zondag 4 maart 1945
Negen uur met mevrouw F. van huis naar de kerk. Truusje blijft thuis met Frans en wachten ons af. In de kerk zaten wij op de eerste rij vlak onder de preekstoel. Dochter Ds. Dekker kwam ons nog even begroeten. Slechts 5 doopelingen en allen groote kinderen, boven zes jaar. Johannus was de derde. Heele mooie toespraak, speciaal ingericht voor ons als evacuees. Dooptekst Matth. 26 vers. 63 en 64. Na doop heeft Toos de kerk verlaten en is met kleine naar huis gegaan. Na afloop, dienst naar Oom Koos, niemand thuis. Zullen nu maar geen pogingen meer aanwenden, met hen contact te zoeken. Des middags met heel ons huisgezin, behalve Hans die moest thuiswachten, naar Ds. Dekker. Geertje was niet eens overmatig blij zijn moeder weer te zien. Toch wilde hij wel mee naar huis. Hetgeen wij dan ook gedaan hebben. Zoodat vanavond ons heele huisgezin weer bij elkaar is, vermeerderd met een.
Aangezien thans de maand, waarin ik veel nieuws meende te zullen moeten melden voorbij is, zal ik thans weer over gaan, tot het vermelden van korte voorvallen, die ook later voor ons nog leuk zijn, eens na te lezen. Zijn er dus dagen waarop niets bijzonders voorviel, dan worden deze niet vermeld.
“Ware woorden uit de hongerwinter, Amsterdam 1944-1945” wordt vervolgd
<< vorig deel | >> volgend deel
Meer informatie
Het volledige dagboek “Hongerwinter in Amsterdam”
Bronvermelding
Tekst: Uit het dagboek van Gerard Bergsma
Stockfoto: 123rf.com