Site pictogram Oudersenzo

Genderdysforie of geslachtsidentiteitsstoornis

Genderdysforie of geslachtsidentiteitsstoornis – Wat doet dit met je kind?

Jos staat voor de spiegel. Hij heeft de roze prinsessenjurk van zijn zus aan en bewondert zichzelf. Die kroon op zijn hoofd en die prachtige sieraden om zijn nek en armen, maken het helemaal af. ‘Nu nog mooie lange haren,’ denkt hij, ‘en van die stomme piemel af!’ En bij die gedachte barst Jos in huilen uit.

Hij wil helemaal geen jongen zijn! Zijn moeder rent snel naar boven als zij het harde gesnik van Jos hoort. Ze neemt hem in haar armen en als Jos haar snikkend vertelt dat hij helemaal geen jongen wil zijn, streelt zij zijn haren en zegt met zachte stem: ‘Lieverd, jij mag helemaal zijn wie en wat je wilt… want jij bent Jos, jij bent uniek… en deze mooie prinsessenjurk, staat je helemaal prachtig.’

Jos vergeet op slag zijn verdriet. ‘Ja hè, mama, wat staat hij mooi hè?!’ En Jos draait nogmaals een rondje voor de spiegel. Het grote verdriet heel even naar de achtergrond, maar nooit voor lang. Want voor Jos is het zo duidelijk: Jos wil een meisje zijn.

Genderdysforie

Ooit gehoord van genderdysforie of geslachtsidentiteitsstoornis? Dit zijn de termen die je gebruikt wanneer iemand zich niet prettig voelt met zijn geslacht. Officieel staat het nog geboekt als een ‘psychische aandoening’ maar er is inmiddels een voorstel dit te schrappen in de DSM-V (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders).

Symptomen genderdysforie

De symptomen van genderdysforie, of genderstoornis worden al vaak op jonge leeftijd waargenomen. Jongetjes die niet blij zijn met hun penis, meisjes die juist verlangen een penis te hebben en het op hun beurt verschrikkelijk vinden dat ze borsten krijgen. Ze voelen zich niet gelukkig in kleding, die – maatschappelijk bepaald – hoort bij hun biologische geslacht, worden niet blij van typische ‘sekse-spelletjes’ en zowel jongens als meisjes zullen meer dan normaal experimenteren met kleding en speelgoed van het andere geslacht. Overigens kan deze stoornis al bij kleine kinderen waarneembaar zijn, maar niet alle kinderen waarin dit zich zal uiten, zullen ook daadwerkelijk transseksueel blijken te zijn.

Symptomen op een rij

De wens naar het andere geslacht wordt vaak geuit;

De kledingvoorkeur gaat uit naar die van de andere sekse (vaak stereotiep);

Tijdens het spel sterke voorkeur hebben voor de rol van het andere geslacht, sterke fantasieën bij de andere sekse te horen en deze rollenspellen graag willen spelen;

Sterke voorkeur vriendschappen aan te gaan met de andere sekse.

Liefst willen ze die piemel kwijt

Bij jongens zal al snel merkbaar zijn dat zij hun penis of testikels afstotelijk vinden. Het liefst zouden ze hem willen verwijderen en zich daar ook over uitlaten. Ze hebben een afkeer voor typische wilde jongensspelletjes, jongensspeelgoed en andere jongensachtige activiteiten.
Meisjes kunnen zittend urineren helemaal niks vinden, zouden dolgraag een penis willen hebben en vinden het krijgen van borsten en menstruatie vreselijk. Ze zullen zich ook duidelijk afzetten tegen voorgeschreven vrouwen kleding.

Vaker dan je denkt

Volgens onderzoek komt genderidentiteitsstoornis bij jongens ongeveer 1 op 110.000 mensen voor (Cohen-Kettenis & Gooren, 1999) en bij vrouwen 1 op de 300.000 mensen (van Kesteren, Gooren & Megens, 1996).

Diagnose

De diagnose van genderdysforie is niet altijd eenvoudig te stellen. In eerste instantie zal worden onderzocht of er sprake is van interseksualiteit of een psychische aandoening als bijvoorbeeld schizofrenie. Daarnaast is het belangrijk uit te zoeken of een persoon alleen streeft naar de maatschappelijke voordelen die een andere sekse kunnen bieden of bijvoorbeeld als een schijnoplossing bij een niet-aanvaarde homoseksualiteit.

Doel van een diagnose

Misschien goed te weten dat er voor de begeleiding en/of behandeling vaak een wachttijd bestaat, die kan oplopen tot enkele maanden.

Sociaal aspect genderdysforie

De eerste genderidentiteitsontwikkelingen zijn waarneembaar in de tweede of derde levensjaar. Op die leeftijd beginnen kinderen zich te benoemen als jongen of meisje en vanaf dat moment wordt de geslachtsontwikkeling niet meer alleen beïnvloed door externe factoren (ouders, media, leeftijdsgenoten, et cetera).

Bepaalde voorkeuren

Voorkeur voor speelgoed van het andere geslacht of kleding, wil niet gelijk zeggen dat je kind een GIS heeft, het is helemaal niet zo gek dat kinderen willen experimenteren (hoe voelt dat nou?) of iets gewoon heel mooi vinden. Dan hoeft er nog geen sprake te zijn van een genderidentiteitsstoornis.

Verder en dieper

Bij kinderen met een genderprobleem gaat het gevoel veel verder en dieper. Die vinden de dingen van het andere geslacht niet alleen heel mooi en aantrekkelijk, maar vinden voornamelijk hun eigen geslacht heel ónaantrekkelijk, zelfs afstotelijk.
Als je kinderen hebt van verschillende sekse gaat het experimenteren vaak op een natuurlijke manier, als dat niet het geval is, is het soms wat lastiger. Want die auto’s voor een meisje is misschien nog niet zo vreemd, maar ga je ook speciaal voor je zoon een poppenwagen kopen en een prinsessenjurk? Als hij het graag wil, waarom niet?

Niet iedereen is begripvol

Niet iedereen in je omgeving zal even begripvol reageren op genderdysforie. Sommigen zullen het zelfs raar vinden en daar wringt nou net ook vaak de schoen. Trek je niks aan van wat anderen vinden, het gaat hier om het geluk van jouw kind! Ieder kind heeft recht zich op een gelukkige manier te ontwikkelen en te ervaren dat hij of zij mag zijn wie hij is… Niet het gevoel ‘afwijkend’ te zijn maar juist geliefd, geaccepteerd en gewaardeerd. Mooi zoals hij is.

Afwijkend gedrag

Er zijn ook opvoeders die geneigd zijn genderdysforie als afwijkende gedrag te negeren of af te straffen. Beide reacties doen geen goed aan de opvoedkundige benadering van deze kinderen. Want waarom zouden zij zichzelf niet mogen zijn? Wat is er mis wanneer een jongen buiten loopt met zijn kinderwagen? Hem beschermend binnen houden, werkt vaak alleen maar averechts. Je voedt daarmee zijn gedachte ‘afwijkend’ te zijn. Als je wilt voorkomen dat andere kinderen hem hiermee gaan pesten, kun je beter een gesprek aangaan met de potentiële pestkoppen en hun ouders. Onbekend maakt immers onbemind en door het bespreekbaar te maken, verklein je de kans op pesten, aanzienlijk.

Bespreek het in de klas

Zo kun je ook op school gesprekken aangaan en ervoor zorgen dat het in de klas besproken wordt. Als het écht zo is, kun je het beste er open voor uit komen zodat jouw kind de kans krijgt, overal zichzelf te mogen zijn.

Behandeling genderdysforie

Op jonge leeftijd wordt er nog niks ondernemen en hebben kinderen alle tijd en ruimte zich te ontwikkelen. De start van de pubertijd wordt gezien als een geschikt diagnostisch moment. De genderdisforie, het afzetten tegen neemt vanaf dat moment bij tieners sterk toe. Ze moeten minimaal 12 jaar oud zijn en de eerste fase van de pubertijd hebben ervaren. En tot die tijd hebben kleine kinderen vooral behoefte aan acceptatie, liefde en begrip. Want als het zo is, is hun weg nog lang en zwaar genoeg.

In gesprek met Rosalie, de moeder van René

Mama, het jongetje in mij wordt steeds kleiner en het meisje groeit.’

Rosalie is moeder van René en haar broer Erik. René is als jongen geboren maar op jonge leeftijd was al helder dat zij een beetje anders was. In mijn gesprek met Rosalie valt het mij op dat wanneer ze het over René heeft, zij haar als meisje aanspreekt. Voor Rosalie is het helder, René is een meisje. Misschien nog niet lichamelijk, maar voor de rest is zij een meisje.

Op tweejarige leeftijd al duidelijk

Op tweejarige leeftijd was al duidelijk dat René zich anders ontwikkelde dan haar één jaar oudere broer. Ze deed geen typische jongensdingen, was geobsedeerd door vrouwendingen zoals sieraden – ‘Oma, wat heb je een prachtige ketting om!’ – gaf niks om jongensspeelgoed en ging liever bloemetjes plukken. Toen ze drie jaar was, toverde ze haar badjas om tot jurk of deed hem over haar hoofd als ‘lange haren’. Wanneer ze speelgoed mocht uitzoeken in de speelgoedwinkel, liep ze snel langs alle auto’s en motoren, direct richting poppen en ander meisjesspeelgoed.

Je denkt niet gelijk aan een stoornis

Natuurlijk dacht Rosalie niet gelijk aan een stoornis, maar nam zij René gewoon zoals zij was. Opvallend was dat René hoofdzakelijk vrouwenfiguren tekende met lange haren en extreem vrouwelijke eigenschappen. Terwijl kinderen tot zes/zeven jaar normaal gesproken alleen hun eigen sekse tekenen.
Toen René vier jaar was wilde ze op ballet. Wat was ze teleurgesteld toen bleek dat zij niet in een roze tutu mocht ronddansen maar als jongetje een zwart pakje moest dragen. Vanaf dat moment werd kleding een steeds groter probleem wat zich uitte in opmerkingen dat ze haar piemel eraf wilde knippen.

Grote bel

Niet lang daarna las Rosalie een reportage in de Linda over geslachtsidentiteitsstoornis en ging er een grote bel rinkelen. Want wat zij daar las, ging niet over René, dit wás René!

Roer om!

Vanaf dat moment heeft Rosalie het roer omgegooid. Zij is op school gaan praten en heeft René aangemeld bij het VU. Tijdens een voorgesprek op de VU tekende René een piepklein verdrietig jongetje. De tekening veranderde echter toen bij het kleine jongetje over zijn broek een rokje werd getekend, de korte haren werden vervangen door lange en zijn tranen, prachtige lange wimpers werden. Uiteindelijk verdween het verdrietige gezichtje door een stralende lach… René wist heel goed haar gevoel middels tekeningen tot uiting te brengen. Bij de VU is sterk tot uiting gekomen dat René meer meisje wilde zijn dan jongen. Van de VU kregen zij het advies het proces zo lang mogelijk te rekken en zich zoveel mogelijk vast te houden aan het traditionele rollenpatroon.

Ander traject

Rosalie zag echter de strijd van René en dit ging zo tegen haar gevoel in, dat zij een ander traject is gaan bewandelen. Zij heeft wederom contact gezocht met school en in samenspraak met school is besproken dat René mocht zijn wie ze was: een meisje.
Voor ouders van klasgenootjes van René is er een informatieavond gegeven, waarin Rosalie alles heeft kunnen uitleggen. Vanaf dat moment was het op school door iedereen geaccepteerd en mocht René zijn wie ze het liefst wilde zijn.

Een gelukkig meisje

René is inmiddels 10 jaar. Een gelukkig meisje die steeds beter beseft wie ze is en wat ze wil. De liefdevolle acceptatie van haar omgeving heeft haar sterker gemaakt en ervoor gezorgd dat ze een gelukkig kind is. Vlak voor haar elfde verjaardag zal ze weer worden aangemeld bij de VU om rond haar twaalfde het traject in te gaan. Haar moeder praat vaak met haar en wijst René erop dat gevoelens kunnen veranderen en er altijd een weg terug is. René is degene die zal bepalen welke weg er uiteindelijk zal worden bewandeld. Het is immers haar weg naar geluk. En René weet heel goed wat ze wil en haar woorden galmen nog na in mijn hoofd als ik het gesprek met Rosalie heb beëindigd: ‘Mama, het jongetje wordt steeds kleiner, het meisje groeit…’

René mag zijn wie ze is!

Wat fijn dat René mag zijn wie ze is… en wat fijn dat alles zo liefdevol is geaccepteerd. Haar weg zal nog lang en zwaar worden, maar deze mooie, liefdevolle basis neemt niemand haar meer af.

Meer informatie

Het proces van een transgender – en wat betekent “in transitie”?
Gender reveal party: Hoe organiseer je een onthullende party?
Piekerende puber. Wat doe je als ouder?
Coming out Day

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com

Mobiele versie afsluiten