Geestelijke ontwikkeling van je peuter
De geestelijke ontwikkeling van je peuter. Hoe verloopt die? Je peuter groeit niet alleen in de lengte maar ook zijn geest groeit met hem mee. Zo wordt zijn woordenschat met de dag uitgebreider en ook ontdekt hij steeds meer zijn ‘eigen wil’ en zichzelf als zelfstandig individu.
Je peuter ontwikkelt zich van een heel afhankelijk klein mensje, naar een zelfstandig individu. En dat kan soms met heel veel geschreeuw, conflicten en driftbuien gepaard gaan… Prachtig om te zien en te ervaren hoe zijn geestelijke ontwikkeling dagelijks groeit en bloeit naar een eigen persoonlijkheid.
Peuterpuberteit
De geestelijke ontwikkeling van je kleine man of vrouw, gaat niet van een leien dakje of zonder enige slag of stoot. Nope. Het gaat er soms pittig aan toe, met bijvoorbeeld de peuterpuberteit. De peuterpuberteit is een periode waarin je peuter een bepaalde ontwikkelingsfase doormaakt. Tijdens deze periode ontstaat de eigen identiteit van je peuter, het zelfbewustzijn. Het lijkt een beetje op een gewone pubertijd omdat ook deze periode gepaard kan gaan met heftige emoties en stevige conflicten. Je peuter doet niet langer alleen maar wat jij wilt, maar wil alles zelf gaan doen op zijn manier. Hij krijgt door dat hij ook dingen kan doen, los van zijn ouders. Hij wil nu zelf dingen ondernemen, pakken, aanraken en uitproberen.
Als je peuter zijn eerste verjaardag heeft gevierd, gaat hij een opstandige fase tegemoet. Hij zal al snel het woordje ‘nee‘ onder de knie krijgen. Tussen zijn tweede en derde verjaardag breekt er opnieuw een verzetstrijd aan. Je peuter ontdekt zijn eigen willetje en onafhankelijkheid. Na zijn eerste verjaardag is hij nog niet bewust van de gevolgen van zijn verzet, maar na zijn tweede verjaardag is dit besef wél aanwezig.
Geestelijke ontwikkeling betekent ook strijd met zichzelf
Zojuist zei ik het al, zijn geestelijke ontwikkeling wordt hem, noch jou, in de schoot geworpen. Hij voert niet alleen een strijd met zichzelf, maar ook met jou. Want eigenlijk wil hij nog best klein (veilig) blijven, maar een natuurlijke drang ‘dwingt’ hem zich los te maken van zijn ouders. Eigenlijk is dit een heel positieve periode. Je peuter is namelijk aan het ontdekken wat zijn positie is in het gezin en daarbuiten.
In deze periode leert hij dat er regels en grenzen zijn en laten we eerlijk zijn, hij kan alleen maar het belang van deze grenzen leren als hij ze probeert te overschrijden. Natuurlijk is het soms zeer vermoeiend om als ouder met zo’n dwarse peuter om te gaan. Zeker op de momenten dat je moe bent of gehaast. Naast zijn opvoeding zijn er drie bouwstenen die bepalend zijn voor de vorming van zijn persoonlijkheid: karakter, temperament en omgeving.
Tips om met je dwarse peuter om te gaan
Hoe kom je nou zo goed mogelijk die periode van zijn geestelijke ontwikkeling door? Voor hem maar natuurlijk ook voor jezelf. Peuters zijn goed in staat je geduld op de proef te stellen. Het ‘gevaar’ boos uit je slof te schieten ligt op de loer, terwijl boos worden helemaal geen zin heeft. Sterker nog, een boze reactie heeft ook nog eens een averechtse werking op het dwarse peuterpuberteitgedrag. Achteraf ben je verbaasd hoe dat kleine mannetje of vrouwtje het (weer) is gelukt je uit de tent te lokken. Wist je trouwens dat je peuter het zelf ook helemaal niet leuk vindt en dat hij zelf ook verdrietig wordt van zijn dwarse gedrag? Maar soms kan hij gewoon niet anders…
Tips
Straffen is niet verkeerd, maar belonen is beter. Positieve aandacht werkt vaak het beste. Jouw reactie is namelijk zeer belangrijk voor hem.
Gebruik humor en wees inventief. Soms doet een beetje afleiding wonderen.
Een peuter laat zich niet haasten, houd hier rekening mee. Je kunt beter al een stukje reservetijd inbouwen voordat je weg gaat. Hiermee voorkom je dat je geïrriteerd wordt en (onnodig) boos op hem wordt.
Grenzen
Die geestelijke ontwikkeling en alles wat daarbij komt kijken is natuurlijk leuk en aardig, maar er zijn natuurlijk wel grenzen aan wat je van hem accepteert. Belangrijk is om grenzen aan te geven, grenzen geven hem houvast en daardoor een gevoel van veiligheid. Stel voortdurend deze grenzen vast (peuters leren niet door wat je tegen ze zegt, maar door de ervaring die ze krijgen) en blijf deze herhalen.
Nu je peuter zijn eigen willetje aan het ontdekken is, is duidelijkheid van groot belang. Je peuter heeft dit nodig omdat hij het liefst alles wilt, maar zelf nog niet kan inschatten wat goed voor hem is. Met het stellen van grenzen zit je zijn geestelijke ontwikkeling niet in de weg maar je geeft hem juist een veilig gevoel. Probeer een evenwicht te vinden, want té strenge regels is ook niet de bedoeling. Zijn gezondheid en veiligheid vormt een goed uitgangspunt voor het opstellen van de regels. In veilige en minder belangrijke situaties kun je weer wat makkelijker zijn.
Wees consequent
Wees consequent (voer dreigementen ook uit). Je peuter heeft er baat bij als je consequent bent. Het maak het voor hem duidelijk en overzichtelijk (voorspelbaar). Hij weet wat er van hem wordt verwacht en wat er gebeurt als hij zich er niet aan houdt. Ben je minder consequent (de ene keer iets wel goed vinden en de andere keer straffen) dan zal je peuter ook grillig worden.
Als strafmaatregel kun je je peuter even in een andere ruimte plaatsen. Dit biedt gelijk jezelf de gelegenheid om even bij te komen. Probeer niet boos te worden.
Reserveer je ‘nee’
Reserveer je ‘nee’ alleen voor écht belangrijke situaties. Laat je peuter zoveel mogelijk ook zelf doen. Hij wil dit graag. Het is belangrijk dat hij de ruimte krijgt een beetje te experimenteren. Zo heeft hij het gevoel dat hij ook een beetje invloed heeft op de situatie. Als jij je peuter vertrouwen schenkt, groeit zijn zelfvertrouwen. Als je peuter iets voor elkaar krijgt, zal hij super trots zijn op zichzelf. Je kunt hem niet blijer maken als je hem dan ook nog eens een compliment geeft.
Sla je peuter niet, slaan is alleen maar een teken van onmacht.
Voldoende stimulans
In de eerste jaren leert een peuter meer dan in alle daaropvolgende jaren. Hij leert over reacties, gevoelens, taal en hoe dingen werken. Ieder kind wordt nieuwsgierig geboren, dit is de basis nieuwe dingen te leren. Als je de dorst naar kennis stimuleert zal je peuter actief en gretig willen leren.
Stimuleren
Het stellen van vragen te bemoedigen en altijd antwoord te geven (houd je antwoord welk kort en begrijpelijk).
Bemoedig het onderzoek, hoewel het vaak met knoeien gepaard zal gaan, maar peuters leren van onderzoeken.
Neem je peuter mee naar zoveel mogelijk verschillende omgevingen (theater, winkelcentra, dierentuin, kinderboerderij, speeltuin, musea, et cetera).
Geef hem zoveel mogelijk verschillende ervaringen (knutselen, voorlezen, schommelen, wippen, zwemmen, spelen met krijt, tekenen, tafel dekken, et cetera.
Laat je peuter niet teveel TV kijken en als hij kijkt, kun je beter samen met hem kijken zodat je af en toe wat toelichting kan geven en hem vragen kan stellen.
Geef hem zelfvertrouwen!
Fantasie
Je kunt je peuter niet leren zijn fantasie te gebruiken, maar stimuleer zijn natuurlijke talent voor fantasie. Als je zorgt voor de juiste omgeving en de juiste spullen, dan is er voldoende stimulans. Je kunt de fantasie van je peuter nog een extra zetje geven door:
Doe alsof jullie iets of iemand anders zijn. Geef, tijdens het voorlezen, figuurtjes een eigen stem.
Maak een verkleedkist. Laat je peuter zijn oogjes dicht doen en laat hem raden met welk voorwerp je over zijn arm aait.
Helpen met kleine klusjes
Je kunt je peuter ook laten helpen. Hij zal het prachtig vinden. Er zijn binnen het huishouden genoeg klusjes waarbij hij kan helpen. Verwacht natuurlijk geen perfect resultaat maar je peuter kan prima helpen bij:
Opruimen. Groente wassen. Boodschappen uitpakken en op het aanrecht zetten. Afval in de prullenbak gooien. Lege kopjes/glazen op het aanrecht zetten. Stofzuigen (eventueel met een eigen stofzuigertje). Vegen (eventueel met een eigen veger). Vuile was in de wasmand doen. Afdrogen (onbreekbare spullen, zijn eigen beker bijvoorbeeld). Stoffen en poetsen. Helpen was ophangen en opvouwen. Strijken (met een eigen strijkijzertje).
Nee
Je hebt je spullen ingepakt en je jas al aan. Het enige dat je nog moet doen is je kind even in de auto zetten, en dan kun je weg! Net op tijd voor die belangrijke afspraak. Je pakt de jas van je kind en stelt de retorische vraag: ‘Ga je mee met mama?’ en je buigt alvast voorover om hem zijn jas aan te doen. Maar dan zegt je kleuter keihard: ‘Nee!’ Verbaasd knipper je met je ogen bij deze onverwachte weerstand. En terwijl je peuter je uitdagend aanstaart dringt het langzaam tot je door: de Nee-fase is begonnen.
Samen spelen, samen delen
Peuters kunnen nog niet echt samen spelen, ze vinden het wel leuk om met een andere peuter om te gaan maar spelen vervolgens naast elkaar en niet mét elkaar. Ze zullen elkaar ook imiteren. Dat maakt samen delen dus extra ingewikkeld. Want als je peuter de ander ziet spelen met iets, dan wil hij dat ook en zal het proberen af te pakken. Je peuter kan zich nog niet inleven in de ander, dus het veroorzaakte verdriet doet hem niets. Pas tussen de drie en vier jaar begint het inlevingsgevoel zich langzaam te ontwikkelen.
Leren luisteren
Luisteren (en gehoorzamen) is heel moeilijk voor je peuter. Houd je zinnen begrijpelijk, kort en krachtig. Je peuter zal alleen maar (kunnen) luisteren als hij begrijpt wat je van hem verwacht. Geef ook niet teveel informatie in één keer. Teveel in één keer kan hem in verwarring brengen en dan weet hij het niet meer en zal dus ook niets doen.
Probeer te voorkomen dat je peuter teveel verleidingen om zich heen heeft, of pas je verwachtingspatroon hierop aan. Het wordt erg moeilijk voor hem goed te luisteren als hij bijvoorbeeld geconcentreerd met zijn favoriete speelgoed aan het spelen is en jij roept hem. Je kunt dan niet verwachten dat hij gelijk luistert. Of een bak met snoep neerzetten en hem vragen eraf te blijven, is natuurlijk ook vragen om moeilijkheden.
Contact maken
Als je ver weg staat, kun je beter even naar hem toe lopen en contact maken (bijvoorbeeld door een aanraking en oogcontact). Overigens denkt je peuter dat de regels alleen gelden als je bij hem bent. Verwacht dus niet dat als je de kamer uitloopt, hij zich nog steeds aan de regels zal houden.
Rechts- of linkshandig
Je peuter kan niet zelf bepalen welke hand dominant zal worden. Dit wordt beslist in zijn hersenen. Als de linker helft van de hersenen dominant wordt, wordt het kind rechtshandig en vise versa. Probeer van een linkshandige geen rechtshandige te maken. Je riskeert hiermee eventuele psychologische gevolgen.
Meer informatie
Hoogbegaafde kinderen zijn geen wonderkinderen
Spraakontwikkeling bij je peuter. Wat is een normaal verloop?
Spraakontwikkeling van je baby
Hoe vergroot je zijn zelfvertrouwen?
De zin en onzin van straffen
De snelle ontwikkelingsfase van peuters
Hoe werken beloningssystemen? En voor wie zijn ze geschikt?
Hoogbegaafd, wat betekent dit voor je kind?
Bronvermelding
Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com