Songtekst
Gaan wandelen, dat staat ons aan
Gaan wandelen, gaan wandelen
Nog walmt de nachtmist op de baan
Wij wandelen, wij wandelen
De zonne lacht de wei vol goud
Elk halmpje blikkert nat en bedauwd
Komt wandelen, komt wandelen, komt wandelen
Komt wandelen, komt wandelen, komt wandelen
Te wand’len leert ons al wat leeft
Te wandelen, te wandelen
Het vliegje, dat langs ‘t water zweeft
Leert wandelen, leert wandelen
De zonne wandelt van Oost naar West
De wind doorwandelt gewest bij gewest
Zij wandelen, zij wandelen, zij wandelen
Zij wandelen, zij wandelen, zij wandelen
En ‘t beekje zie toch ! baar bij baar
Aan ‘t wandelen, aan ‘t wandelen
Het water blinkt nog eens zo klaar
Bij ‘t wandelen, bij ‘t wandelen
Daar zwermt het dan van visjes in
Daar poost geen staart, daar rust geen vin
Zij wandelen, zij wandelen, zij wandelen
Zij wandelen, zij wandelen, zij wandelen
Vooruit ! ons lokt het lenteweer
Tot wandelen, tot wandelen
De heuvels op, de helling neer
Steeds wandelen, steeds wandelen
Door weiden groen en geel van kleur
Door wouden vol van wierookgeur
Gaat wandelen, gaat wandelen, gaat wandelen
Gaat wandelen, gaat wandelen, gaat wandelen
Nooit keren wij voor ‘s avonds laat
Van ‘t wandelen, van ‘t wandelen
Dan blijven wij van straat tot straat
Nog wandelen, nog wandelen
Ons volgt van verre de schijf der maan
Aanminnig lachende sterren ons aan
Na ‘t wandelen, na ‘t wandelen, na ‘t wandelen
Na ‘t wandelen, na ‘t wandelen, na ‘t wandelen
Extra informatie
—
Bronvermelding
Tekst en muziek: Pol de Mont en Jos de Klerk
Uitgebracht op: —
© afbeelding: 123rf.com