Daag elkaar uit met deze leuke Estafettespelletjes

Het kinderfeestje is in het vooruitzicht. Je had het plan om naar buiten te gaan en daar allerlei spelletjes te doen met de kids, misschien wel spannende estafettespelletjes. De weersvoorspellingen beloven echter niet veel goeds en om te voorkomen dat het feestje letterlijk in het water valt, moet je een alternatief hebben. Eigenlijk is het alternatief best eenvoudig, want binnen kun je ook heel veel spelletjes doen! En zelfs die vette estafettespelletjes zijn in huis mogelijk! Misschien niet die ene die je buiten had willen doen, maar er zijn zeker leuke alternatieven.

Estafettespelletjes

En natuurlijk hoef je er niet speciaal van alles voor in huis te halen. Betrek gewoon de bank, stoelen, krukjes, ballen, touwen en pylonen die je al in huis hebt. Met een beetje creatief denken, heb je zo een fantastische estafette in je huiskamer aangelegd. En als je toch nog een beetje inspiratie kunt gebruiken, hebben wij een flink aantal leuke estafettespelletjes voor je bij elkaar gezocht!

Variaties op bestaande estafettespelletjes

Je kunt natuurlijk allerlei variaties bedenken om de estafettespelletjes leuker, spannender of uitdagender te maken. De kids kunnen bijvoorbeeld de estafette moeten lopen met onhandige kleding aan, met een blinddoek voor, met een ei in hun handen (of lepel met ei in de mond), met een boek op je hoofd, met een bal stuiterend, op één been, zingend, op handen en voeten, met de handen op de rug, et cetera.

Tips zijn altijd welkom!

Mis je nog leuke estafettespelletjes voor binnen? Dan horen wij dat graag! Je kunt de tip bij de reacties achterlaten, maar je kunt ons natuurlijk ook mailen op info@oudersenzo.nl. We plaatsen jouw tip er dan graag alsnog bij!

Bal doorgeven

De kinderen worden verdeeld in twee teams. Ze gaan achter elkaar in een rij staan. De eerste van de rij krijgt een bal. Bedoeling is, na het startsein, de bal door te geven naar het volgende kindje in de rij, om en om boven het hoofd en tussen de benen. Als het laatste kind de bal heeft, loopt hij naar voren, blijft daar staan en begint het weer opnieuw. Het spel is klaar als het eerste kind weer vooraan staat. Het team dat als eerste klaar is, heeft gewonnen.

Bokkensprongen

Verdeel de kinderen in twee groepen. Alle kinderen gaan gebogen staan, met de benen gespreid. De laatste in rij maakt een bokkesprong over al zijn teamleden. Eenmaal vooraan, bukt hij ook en gaat de laatste in rij over de rij kinderen heen springen.
Welk team heeft als eerste de finish gehaald?

Ballenboel

Je hebt hiervoor veel ballen nodig. Verdeel de kindjes in twee teams. Ieder team krijgt evenveel ballen. Deze ballen worden achter een lijn gelegd. Het is de bedoeling dat alle ballen zo snel mogelijk naar de overkant worden gebracht. De kindjes van beide teams lopen om de beurt met een aantal ballen naar de eindstreep. Ze mogen zoveel ballen meenemen als ze zelf willen maar… als er onderweg een bal valt, moeten alle ballen weer terug naar de startlijn en moet hij opnieuw beginnen. Teveel ballen in één keer meenemen, is dus niet altijd een goed idee!

Appeltje happen

Zet een parcours uit met aan het einde een schaal met water. In het water ligt evenveel appels als er kinderen zijn. Verdeel de kinderen in twee groepen en laat ze één voor één naar het waterbassin lopen en er met de handen op de rug een appeltje uitvissen. Welk team is als eerste klaar?

Bal doorgeven

De kinderen gaan achter elkaar zitten met hun benen open. Ze komen dus tussen de benen van een ander te zitten, maar nog wel wat wat ruimte ertussen. Het eerste kind krijgt een bal en deze wordt doorgegeven met de voeten aan het volgende kind. Als de bal valt, moet het weer opnieuw geprobeerd worden (vanaf kind één). Welk team krijgt de meeste ballen doorgegeven?

Ballonnenestafette

Verdeel de kinderen in twee teams. Beide teams krijgen een ballon. Bedoeling is dat deze ballon van de startlijn naar de overkant wordt gebracht en weer terug maar… de ballon mag niet worden vastgehouden met de handen. Hij moet dus met korte tikjes van handen en voeten of andere lichaamsdelen, mee genomen worden.
Als alle kinderen uit het team weer terug zijn bij de startlijn is het spel klaar. Het team dat als eerste weer terug is, heeft gewonnen.

Puzzelstukjes

Heb je nog van die simpele houten puzzels? Die zijn prima te gebruiken bij de estafette! De kids moeten namelijk snel een puzzelstukje pakken, een parkour afleggen en aan het einde ligt de puzzel die moet worden gemaakt. Welk team heeft als eerste de puzzel gelegd?

Strompelen

Verdeel de kinderen in twee groepen. Deze estafette doen de kids twee aan twee. Twee kinderen gaan naast elkaar staan en hun middelste voeten worden aan elkaar gebonden. Nu moeten ze zo snel mogelijk met elkaar het parkour afleggen. Welk team doet dit het snelste?

Vuilniszaklopen

Je hebt hiervoor zo’n drie vuilniszakken per team nodig. Bij aanvang krijgt ieder team één vuilniszak.
Het is de bedoeling dat het hele team op de zak gaat staan en met deze vuilniszak naar de overkant gaan. Dit kunnen ze doen door steeds een tweede zak ervoor te leggen, over te stappen en de lege zak op te pakken en die vervolgens weer te gebruiken om voor hun neer te leggen. Welke team doet dit het beste en heeft als eerste de overkant bereikt?

Eierenloop

Een estafette met eieren. Verdeel de kinderen in twee teams. Het eerste kind van het team krijgt een lepel met een ei erop. Met deze lepel moeten ze een parcours lopen en weer terug naar de startlijn. Dan volgt het tweede kind, etc… Het team dat als eerste klaar is, heeft gewonnen.

Met een tennisbal

Leg het parkour af met een tennisbal onder de kin. Als hij valt, moet je uiteraard weer opnieuw beginnen. Welk team is als eerste over de finish? Uiteraard mag je de bal niet met je handen vasthouden.

Estafette met hindernissen

Zet een spannende estafette uit. Deze kan bestaan uit:
Een paar meter hinkelen; 5x de bal laten stuiteren; door een hoepel door; koekhappen; twee rondjes rond de pylon; en terug rennen, de volgende deelnemer aantikken…

Verdeel de kinderen in twee teams van een gelijk aantal. Als één team een kind minder heeft, moet één kind twee keer de estafette lopen. Het team dat als eerste klaar is, heeft gewonnen.

Kleefestafette

Verdeel de kinderen in twee teams. Het eerste kind van het team loopt naar de overkant, tikt daar een pylon aan en rent weer terug. Daar pakt hij het tweede kind bij de hand en rennen, hand in hand, weer terug naar de overkant, tikken de pylon weer aan en rennen weer terug. Dit gebeurt net zo lang totdat alle kinderen heen en weer zijn gelopen. Dit wordt dus een lange sliert! Het team dat als eerste klaar is, heeft gewonnen.

Tegendraads

Twee gelijke teams staan ongeveer 4 meter tegenover elkaar, ieder op een lijn. Eerste speler loopt naar iemand toe van tegenpartij, onderwijl bv. over zijn buik wrijvend. Onderweg zegt hij wat hij niet doet, bv: ‘ik sla mezelf op mijn hoofd’. De volgende speler moet dan onmiddellijk reageren – terwijl hij naar de overkant loopt, slaat hij zichzelf op zijn hoofd (de tekst van de vorige speler). Onderwijl zegt hij dan bijvoorbeeld ‘ik krab mezelf aan mijn neus’. Deze nieuwe speler gaat dan al neuskrabbend naar de overkant et cetera. Iemand die een verkeerde beweging maakt, of niet direct reageert, die is af en kijkt vanaf de zijlijn mee, dit is minstens zo leuk. De overgebleven persoon heeft gewonnen.

Rollen

De kinderen gaan naast elkaar op hun buik op de grond liggen. Zo dicht mogelijk naast elkaar. De achterste rolt voorzichtig over alle ruggen heen tot hij vooraan ligt, naast de eerste. Nu gaat het kind die nu als laatste ligt, dit ook doen. Dit wordt herhaald, net zo lang tot een bepaalde afstand is afgelegd. Welke team doet dit het snelste?

Karton estafette

Knip van te voren vier grote stukken karton (bijvoorbeeld 4 vierkanten van hetzelfde formaat). De spelers worden in twee groepen en zet ze in een rij. Iedere rij krijgt twee stukken karton. Bij de start wordt één stuk op de grond gelegd, hierop gaan ze staan. Het andere stuk karton hebben ze nog in hun handen. Wanneer ze op het eerste stuk karton staan, leggen ze het volgende stuk alvast neer. Dan nemen ze een stap naar boven en staan op het tweede stuk karton. Het eerste stuk karton wordt weer gepakt en weer naar voren gelegd. Net zolang totdat het afgesproken parcours is afgelegd. Het spreekt voor zich, dat de spelers alleen maar op het karton mogen staan/lopen. De rij die het eerste in zijn geheel het parcours heeft afgelegd, heeft natuurlijk gewonnen.

Wat doe jij nou

Staande kring. Eén speler begint met een pantomime uitbeelding (bijvoorbeeld door een boek bladeren). De volgende in de kring vraagt hem ‘Hee, wat doe jij nou?’, waarop deze antwoordt ‘ik melk een koe’. De vrager moet op zijn beurt nu doen alsof hij een koe staat te melken. Dan vraagt de volgende: ‘Hee, wat die jij nou?’. De koemelker verzint nu iets anders, bijvoorbeeld: rijdt op een fiets, staat op zijn hoofd, krijgt een kind enz. Ook bekend als: Mijn liefje, wat doe je.

Meer informatie

Met deze knutselspelletjes wordt binnen spelen een creatief feest!
Ballonspelletjes: Zoveel plezier geeft een ballon!
Taalspelletjes & cijferspelletjes: Super leuk, uitdagend en leerzaam
Waterspelletjes – Buiten spelen als de zon hoog aan de hemel staat!
De leukste woordspelletjes en letterspelletjes
Beweegspelletjes: De leukste manier om te zingen, dansen en bewegen!
Raadspelletjes & zoekspelletjes voor binnen
Kaartspelletjes voor binnen

Bronvermelding

Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com

Leuke spelletjes voor peuters en kleuters – ISBN 9789043800761
Originele Spelletjes en ideeën voor geslaagde kinderfeestjes – ISBN 9789024383948
200 Spelletjes voor binnen & buiten – ISBN 9789043802475