Bijen en bijensteken
Hoe vaak hoor je iemand niet zeggen: “Bijen zijn nuttige beestjes.” Maar is dit ook zo? Of zijn bijen net zulke ‘gevaarlijke steekbeesten’ als wespen? Wij hebben ons eens verdiept in deze honingverzamelaar. Er zijn zo’n 20.000 bijensoorten bekend, maar het werkelijke aantal zal waarschijnlijk nóg hoger liggen. Op Antartica na, komen bijen voor op ieder continent en in alle ecosystemen waarin tweezaadlobbige planten groeien. Een bij behoort tot de vliesvleugeligen (Hymenoptera).
Hymenoptera of vliesvleugeligen
Hymenoptera of vliesvleugeligen vormen een orde van de klasse insecten (Insecta). De bekendste groepen zijn de hommels, de wespen, de bijen en de mieren. De vliesvleugeligen zijn echter een complexe orde, zo zijn de mieren onstaan uit wespen, de meeste mieren (echte mieren of Formicidae) hebben knoop-achtige lichaamssegmenten en zijn daaraan te herkennen. Andere ‘mieren’, zoals de fluweelmieren (families Methochidae, Mutillidae) kunnen beschouwd worden als vleugelloze wespen, ze worden ook wel mierwespen genoemd. Ook de bij-achtigen zijn uit wespen ontstaan, ze zijn sterk verwant aan de graafwespen. Uit de bijen hebben zich de hommels ontwikkeld.
Hymenoptera
De Hymenoptera zijn als groep wellicht niet zo bekend, maar de verschillende vertegenwoordigers van de vliesvleugeligen spelen in het dagelijks leven een grote rol als onmisbare bestuivers van bloemen (bijen en hommels), verdelgers van plaaginsecten (o.a. papierwespen en sluipwespen) en opruimers van afval in de natuur (mieren).
De schattingen van het aantal ertoe behorende soorten liggen in de orde van grootte van 300.000 wereldwijd, waarvan er echter nog maar ongeveer 100.000 beschreven zijn. In Europa leven ongeveer 11.000 soorten, het aantal in Nederland voorkomende vliesvleugeligen wordt geschat op 8500; ook dit aantal zal nog aanmerkelijk toenemen. Ter vergelijking: het aantal uit Nederland bekende keversoorten bedraagt 3900. In Europa omvat de orde 68 families waarvan er 63 in Nederland zijn aangetroffen.
Hoe leven bijen?
Net als hommels, mieren en een aantal wespensoorten leven bijen in kolonies. Een bijenvolk bestaat uit één eierenleggende koningin, zo’n 30.000 tot 60.000 vrouwelijke werkbijen en een paar honderd mannetjes (darren). De koningin legt zo’n tien maanden per jaar haar eieren (van december tot oktober). Een bijenkoningin kan wel 1600 eitjes per dag leggen en kan ook nog eens zelf bepalen welk eitje ze bevrucht en welke niet. Uit de bevruchte eitjes ontstaan de vrouwtjes, de werkbijen, en uit de onbevruchte eitjes ontstaan de mannetjes, de darren.
Nuttig? Heel nuttig!
Bijen hebben bloemen nodig voor hun voedsel. Uit deze bloemen halen zij nectar en stuifmeel. Omdat bijen voor hun voedsel van bloem naar bloem vliegen, vormen zij de belangrijkste schakel in het proces van bestuiving. Een deel van het stuifmeel blijft namelijk op het behaarde lichaam achter en aan de pootjes kleven. Hierdoor kan hij een volgende bloem (onbewust) bestuiven.
Bijen zijn ‘bloemvast’, zij vliegen net zolang op de bloemen van één plantensoort, totdat er niks meer te halen valt. Dit maakt bijen uitermate geschikt voor het bestuiven van de fruitteelt (appel, peer, pruim, kers, bramen, aardbeien, bessen) en zaadteelt.
Deze bestuiving is dus zeer belangrijk voor het voedsel van de mens, daarnaast maken bijen ook honing (inkomstenbron met een geschatte waarde van 4,5 miljoen euro).
Verwarring
Bijen, hommels, wespen: ze worden regelmatig door elkaar gehaald. Hommels zijn die donker gekleurde en dik behaarde zoemende vliegbeesten. Je hoort ze al van verre aankomen.
Wespen zijn overwegend geel met een zwarte tekening op hun slanke (‘wespentaille’!) onbehaarde achterlijf. Wespen zie je vooral in de nazomer en zijn altijd op zoek naar (vooral jouw) zoetigheden.
Bijen zijn wat kleiner dan de hommels, zijn licht behaard en vrij schuw. Als er voldoende bloemen in de buurt zijn, komt een bij niet zo snel op je zoete drankje af.
Alle verschillen op een rijtje:
Een bij | Een wesp |
Heeft een bruinzwart achterlijf | Heeft een geelzwart achterlijf en heeft een wespentaille |
Maakt een wintervoorraad | Een wesp maakt geen wintervoorraad |
Maakt honing en nectar | Eet de nectar zelf op |
Verzamelt stuifmeel | Verzamelt geen stuifmeel |
Maakt een nest van zelfgemaakte was | Maakt een nest van fijngekauwde planten |
Eet allen maar plantaardig voedsel | Eet ook insecten waaronder bijen |
Vrij schuw | Komen op je zoetigheden af |
Hele jaar door | Vooral in de nazomer |
Wat Is Nectar?
Nectar is een suikerrijke vloeistof die door planten wordt geproduceerd. De nectar wordt uitgescheiden door honingklieren binnen en buiten bloemen en bevat glucose, fructose en sacharose.
De samenstelling van nectar varieert sterk bij verschillende soorten planten. Bij de ene plant overheerst saccharose, bij de andere fructose of glucose. Het suikergehalte bedraagt maximaal 80%. Honingbijen splitsen de sacharose in fructose en glucose. Nectar bevat tevens kleine hoeveelheden proteïnes, vitamines en diverse smaakstoffen. Deze hoeveelheden verschillen per plantensoort. Hierdoor smaakt bijenhoning van verschillende plantensoorten anders.
Hoe voorkom je een steek?
Bijen steken alleen als zij zich bedreigd voelen. Als je gewoon rustig gaat zitten en niet om je heen slaat (dit zal hij als een bedreiging zien) zal er niet snel iets gebeuren. Ga ook liever niet in de buurt van een nest zitten. In de omgeving van hun nest, zijn bijen vaak extra agressief. Heb je een nest in de tuin? Vewijder deze niet zelf maar informeer bij je gemeente naar de mogelijkheden.
Zoete geuren
Een bij houdt van zoete geuren. Kijk daarom een beetje uit met zoete dranken, ijs en fruit. Drink frisdrank liever niet uit een blikje. Als er een bij inzit, kan hij in je mond steken!
Loop liever niet op blote voeten door het gras, bijen zijn immers dol op klaverbloemetje en madeliefjes. Voor je het weet hangt er eentje aan je teen. Pas ook op met wijde kleding. Bijen kunnen dan (bijvoorbeeld) makkelijk een mouw binnen vliegen, zich vervolgens in het nauw gedreven voelen en steken. Daarom is nauwe kleding wat veiliger. Een vrolijk bloemenmotief wil ook nog wel eens bijen aantrekken.
Oh jee…tóch gebeten
De angel van een bij heeft weerhaken die blijven steken in de huid van zijn slachtoffer. Als hij zich na de steek probeert los te trekken, scheurt de angel (met de gifblaas) los van zijn achterlijf. Hierdoor sterft de bij meteen.
De gifblaas blijft tot een minuut na de steek werkzaam. Daarom is het van groot belang om de angel direct te verwijderen. Liever niet met duim en wijsvinger. Op deze manier zorg je ervoor dat er nog meer gif in de huid wordt geduwd.
Koude kompres
Gebruik liever een, met alcohol ontsmet, pincet. Stelp het wondje, ontsmet het met een desinfecterend middel en dek het af met een pleister. Bij eventueel jeuk, pijn en zwelling kan een koude kompres verlichting geven. Bij jeuk liever niet krabbelen, dit kan namelijk een infectie veroorzaken.
Wanneer je in je mond, tong of keel bent gestoken, of een allergische reactie vertoont, neem dan direct contact op met een arts.
Allergische reactie op een bijensteek
Tijdens de steek laat een bij of wesp gif achter in de huid van het slachtoffer. Bij de meeste mensen laat zo’n steek een rood, gezwollen bultje achter dat wat jeuk veroorzaakt. Na een paar uur zijn de klachten vaak al verdwenen.
Jaarlijks geeft bij meer dan een half miljoen Nederlanders zo’n beet echter aanleiding tot meer lichamelijke klachten. Dit gebeurt bij mensen die een allergische reactie vertonen. Een dergelijke reactie kan pas ontstaan als men al eens eerder in aanraking is geweest met het insectengif (bij de eerste steek zal men meestal niet zo fel reageren). Vaak weten mensen wel dat ze allergisch reageren op bijen- en wespensteken en zullen zij hiervoor een noodset bij zich dragen.
Milde allergie
Als u mild allergisch bent kan er een pijnlijke, rode zwelling ontstaan die steeds groter wordt. Zelfs het hele been of de arm kunnen gezwollen zijn. De zwelling ontstaat op de plaats rondom de steek. Deze vorm van allergie is heel vervelend, maar niet levensbedreigend;
Zware allergie – Anafylactische shock
Bij zwaar allergische mensen breidt de allergische reactie zich uit over het hele lichaam. Er kunnen symptomen optreden als rode ogen, een lopende neus, een plotselinge bloeddrukdaling, opzwelling van het strottenhoofd of de luchtpijp waardoor men in ademhalingsnood komt, braken, et cetera. Deze reactie treedt 15 -30 minuten op nadat men gestoken is.
Indien er niet onmiddellijk ingegrepen wordt kan er een zogenaamde anafylactische shock optreden. Hierbij ontstaan ernstige hart- en ademhalingsstoornissen, vaak gevolgd door bewustzijnsverlies en/of een levensbedreigende shocksituatie. Het is dan van groot belang dat er direct deskundige hulp ingeroepen wordt en er een behandeling plaatsvindt.
Mensen die weten dat ze een allergische reactie vertonen, doen er goed aan zich voor te bereiden op een eventuele volgende steek. Dit kan op twee manieren:
Noodset
Het is mogelijk om door uw huisarts een noodset te laten voorschrijven. Deze set bestaat onder andere uit een automatische injectiespuit die bij toepassing tegen het dijbeen wordt gedrukt waardoor de naald er vanzelf uitspringt en de injectievloeistof (adrenaline) afgeeft. De huisarts kan hierover uitgebreid informatie geven en leren hoe u de spuit moet gebruiken.
Hyposensibilisatie
De beste methode om iemand met een bijen- en wespenallergie te behandelen is een hyposensibilisatie-kuur. Met deze kuur worden gedurende een bepaalde tijd oplopende concentraties gif ingespoten. Dit noemt men de instelfase. Vervolgens krijgen deze patiënten in de onderhoudsfase hun leven lang om de 2 à 3 maanden de hoogste dosis gif, nodig om de allergische reactie voorkomen, ingespoten. Door het toedienen van deze kuur zal iemand bij een volgende steek normaal’reageren.
Wist je dat…
Werkbijen (vrouwtjes) leggen in principe geen eieren, maar als het volk haar koningin verliest, zullen de werkbijen onbevruchte eitjes leggen waaruit weer mannetjes ontstaan.
Bijen kunnen dansen. Als ze eenmaal thuis zijn, leggen de bijen de nectar en het stuifmeel neer en beginnen te dansen. Door in bepaalde figuren te dansen, vertellen ze aan andere bijen waar ze voedsel kunnen vinden.
In alle bijenhuizen zijn zeshoekige kamertjes (cellen) vervaardigd van was. In die kamertjes wordt stuifmeel opgeslagen.
Als de (bijen)kamertjes in het (bijen)huis te heet of te koud worden, doen de bijen daar zelf wat aan. Ze maken wind met hun vleugels, ze verspreiden water, ze klampen zich vast of vliegen rond. Zo kunnen ze de temperatuur en de vochtigheid in de kamers regelen.
Jonge bijen worden opgeleid. Eerst moeten ze kamertjes schoon maken. Als ze wat ouder zijn mogen ze de larven verzorgen. Weer iets ouder moeten ze was maken en hiervan nieuwe kamertjes. Als deze training is afgerond wordt er geleerd hoe er nectar en stuifmeel verzameld moet worden. Op deze manier wordt hun takenpakket steeds verder uitgebreid.
Meer informatie
Wespen en wespensteken, een pijnlijke kennismaking
Muggen en muggenbulten: De beste tips & tricks
Ontmoeting met een wolf, wat moet je doen?
Allergische reactie van de eikenprocessierups
Dazen en dazenbeten
Teken en tekenbeten
Bronvermelding
Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com