Autostoeltjes – Veilig vervoer voor je baby
Je hebt net een kindje en deze wil je natuurlijk veilig vervoeren in de auto. En dan heb je een autostoeltje nodig. Maar waar moet je op letten? Afgezien dat het gebruik van autostoeltjes bij kleine kinderen verplicht is bij wet, wil je natuurlijk zelf ook dat je kindje veilig wordt vervoerd. Bij een bevalling in het ziekenhuis krijg je niet eens je kindje mee, als je geen autozitje kunt laten zien! Of je hem nou wel of niet gaat gebruiken.
Wat zegt de wet?
Kinderen tot 18 jaar en kleiner dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto in een goedgekeurd autokinderzitje of autostoeltje worden vervoerd.
Kids groter dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto de autogordel om en mogen als het nodig is een zittingverhoger gebruiken.
Wat voor een soort autostoeltje heb je nodig?
Een autokinderzitje kan een babyautostoeltje, een kinderautostoeltje of een zittingverhoger zijn. Een autokinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen: ECE 44/03 of 44/04. Dit zijn de oudere types, die worden vanaf 2019 niet meer gemaakt. Een goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel mag je voorin en achterin de auto gebruiken. Tegenwoordig worden de kinderzitjes niet meer op gewicht ingedeeld maar op lengte en hebben ook een rugleuning. Deze regelgeving heet R129 of I-size. De oude R44 mag je nog wel gewoon gebruiken. Het is echter wel aan te raden om als je een kinderstoeltje koopt, deze te kopen op basis van de nieuwe regelgeving.
Verschillende modellen
Er zijn verschillende modellen. Het meest populair is het stoeltje dat je op een bijbehorend chassis kunt koppelen, zodat je er een wandelwagen van kunt maken. Voordeel hiervan is als je kindje in slaap is gevallen, je hem niet wakker hoeft te maken.
Op lengte
Keek je voorheen naar het gewicht van je kindje als je een kinderstoeltje ging kopen, tegenwoordig moet je naar de lengte van je kindje kijken. De R129 of I-size autostoeltjes worden ingedeeld op lengte van het kind.
Op het kinderzitje staat vermeld voor welke lengte deze geschikt is. Naast het gewicht spelen vooral lengte en het postuur van het kind een rol bij de keuze van het meest geschikte kinderzitje. De nieuwe regelgeving is op basis van lengte en het langer achteruit vervoeren van je kind
Soort i-Size stoel | Geschikt voor | Vergelijkbaar met R44 |
Achterwaarts gericht | kinderen tot 83 cm én een leeftijd van 0 tot minimaal 15 maanden | baby autostoel ( 0 – 13 kg) |
Voorwaarts gericht | kinderen tussen 60 en 105 cm én ouder dan 15 maanden | peuter autostoel (9 – 18 kg) |
Voorwaarts gericht | kinderen tussen 105 cm en 135 cm | kinderautostoel (15 – 36 kg) |
Waar in de auto
Op een zitplaats met een airbag ervoor mag een kind niet worden vervoerd in een babyautostoeltje dat tegen de rijrichting in is geplaatst. Dit mag alleen als de airbag is uitgeschakeld. Het is verstandig om kinderen tot 12 jaar niet bij een ingeschakelde airbag te zetten. Kan het niet anders, zet dan de autostoel zo ver mogelijk naar achteren.
Tegen de rijrichting
Een babyautostoeltje wordt tegen de rijrichting in geplaatst. Met de driepuntsgordel van de auto wordt het stoeltje vastgezet. Het kind wordt met een Y-gordel vastgemaakt. Sommige van deze stoeltjes kunnen ook met een zogeheten ISOFIX systeem worden vastgezet: aan de achterkant van het autostoeltje zitten dan twee uitsteeksels. Auto’s die voor dit systeem zijn uitgerust hebben tussen de rugleuning en de zitting twee ankers. De uitsteeksels klikt u heel gemakkelijk in de ankers en het autostoeltje zit vast. Soms is er een derde bevestigingspunt. Kijk voor meer informatie in de handleiding van het autostoeltje.
Kinderstoeltje
Een kinderautostoeltje is bedoeld voor kinderen die zelfstandig kunnen zitten. Het kind wordt met de vijfpuntsgordel van het autostoeltje vastgemaakt. Vaak hebben deze autostoeltjes meerdere standen en worden ze met de rijrichting mee geplaatst. Een kinderautostoeltje wordt met de autogordel of met ISOFIX bevestiging vastgezet.
Zittingverhoger
Een kind op een zittingverhoger (ook wel booster seat genoemd) wordt vastgemaakt met de autogordel. De zittingverhoger zorgt ervoor dat het diagonale deel van de autogordel niet langs de hals, maar over de schouder van het kind loopt. Ook zorgt de zittingverhoger ervoor dat de heupgordel over de heupen en niet over de buik loopt. Dit laatste kan voor ernstig inwendig letsel zorgen.
Rugleuning
Zittingverhogers zijn er met en zonder rugleuning. Het beste is om er een te kopen met (afneembare) rugleuning. De rugleuning is meestal in hoogte verstelbaar en zorgt voor betere zijwaartse steun als het kind onderweg in slaap valt. Bovendien biedt de rugleuning enige bescherming bij een aanrijding van opzij. Ook zorgt de rugleuning ervoor dat het kind iets naar voren komt en daardoor de knieën kan buigen. Dat zit prettiger en voorkomt onderuit zakken. Als het kind onderuitgezakt zit, zit de heupgordel niet goed meer en dat kan tot buikletsel leiden bij een botsing.
Langer dan 1.35 meter
Er zijn geen autostoeltjes of zittingverhogers goedgekeurd voor kinderen boven de 1.35 meter. Deze kinderen zouden dan alleen de autogordel moeten gebruiken. Loopt de gordel bij het kind over de hals loopt in plaats van over de schouder, dan is het verstandig om het kind toch op een zittingverhoger te vervoeren totdat hij/zij lang genoeg is om alleen de autogordel te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om een apart aangeschafte gordelgeleider te gebruiken. Kies alleen voor deze laatste optie als het echt niet anders kan.
Keurmerk kinderzitjes
Een kinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen: de oude regelgeving ECE 44/03 of 44/04 en de nieuwe regelgeving R129 of I-size. Alleen deze kinderzitjes mogen gebruikt worden. Ze zijn voorzien van een keuringslabel of keuringssticker. Daarop staat in een rondje de letter E plus een getal. Verder naar onderen staat het goedkeuringsnummer. Dit nummer moet beginnen met 03 of 04. Ook wordt het gewicht vermeld van de kinderen waarvoor het geschikt is. Een voorbeeld van een officieel label vindt u in de brochure Vervoer van kinderen in de auto. Vraag zonodig advies aan de verkoper. De nieuwe kinderzitjes gaan op basis van lengte van het kind en niet meer op gewicht.
Niet langer gebruiken
Als de goedkeuring niet meer geldt, is het geen goedgekeurd kinderbeveiligingsmiddel meer. Een kinderzitje dat geen of een ECE R44/02 keurmerk heeft, mag niet langer gebruikt worden omdat de eisen waaraan deze bij de typekeuring moest voldoen is verouderd. De keuringseisen voor kinderzitjes worden periodiek aangepast aan nieuwe technische ontwikkelingen en inzichten. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke verbeteringen. Op dit moment is het nieuwste keurmerk, R129 of I-size.
Tweedehands en oude kinderzitjes
Bij de aanschaf van een tweedehands kinderzitje moet je nagaan of het zitje goed in de eigen auto past en of het kind goed in het zitje zit. Het juiste keurmerk moet aanwezig zijn en de handleiding moet worden meegeleverd. Koop alleen een tweedehands kinderzitje als je heel zeker weet dat er nooit een ongeluk mee is gebeurd. Door de kracht die bij een botsing op een autostoeltje kan worden uitgeoefend is het stoeltje daarna niet meer veilig te gebruiken.
Veel kinderzitjes zijn deels van kunststof gemaakt en blijven vaak in de auto achter, zowel bij vorst als in de brandende zon. Door jarenlange blootstelling van het kinderzitje aan zowel zeer lage als zeer hoge temperaturen neemt de sterkte van het materiaal geleidelijk af. Het is dan ook vanuit verschillende oogpunten niet aan te bevelen om een oud zitje te blijven gebruiken.
Uitzonderingen
Taxi of bus
Kinderen jonger dan 3 jaar mogen alleen vervoerd worden in een goedgekeurd autokinderzitje. In een taxi of bus is een autokinderzitje niet verplicht. Een autokinderzitje kan een babyautostoeltje, een kinderautostoeltje of een zittingverhoger zijn.
Kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen moeten wel de gordel gebruiken. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen in bussen en op de achterbank van een taxi zonder gordel vervoerd worden. Neem geen kind op schoot, want dat is riskant bij een frontale botsing.
Te weinig plaats op de achterbank
Zijn er op de achterbank van een auto twee kinderzitjes in gebruik, dan is er vaak geen plaats voor een derde. In dat geval mag een kind van 3 jaar of ouder op de overgebleven zitplaats de autogordel gebruiken.
Vervoer van andere kinderen
Van ouders en pleegouders wordt verwacht dat ze voor hun kind een autokinderzitje in de auto hebben. Voor andere kinderen die meerijden is niet altijd een autokinderzitje aanwezig. Bij vervoer over beperkte afstand is het gebruik van de autogordel op de achterbank voor kinderen vanaf 3 jaar voldoende. Dit geldt niet voor de eigen kinderen.
Een beperkte afstand is maximaal ongeveer vijftig kilometer en dus niet een vakantiereis. Als het vervoer van andere kinderen regelmatig voorkomt, is het veel veiliger om voor extra kinderzitjes te zorgen.
Vrijstelling gebruik autokinderzitje
Een vrijstelling voor het gebruik van een autokinderzitje kan op medische gronden worden verleend, bijvoorbeeld bij een gipsbroek. Deze vrijstelling kun je aanvragen bij het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Daar kun je een formulier invullen en het verschuldigde bedrag overmaken om de aanvraag in te dienen.
Meer informatie
Tips voor een lange autorit
Stoelverhoger auto voor grotere kinderen: waar let je op?
Waaraan voldoet een goed kinderzitje?
Je eerste auto kopen. Hier let je op!
Goedgekeurde autostoeltjes
DIY spelletjes voor in de auto
Bronvermelding
Tekst: Marion Middendorp
Stockfoto: 123rf.com